14 JANUARI 1941. 65 huur Wethouder VAN MIERLO deelt mede, dat in 1935 een herziening van de huren van de woningen der R.K. Bouwver- eeniging heeft plaats gehad. Er is toen een overgangsbepaling gemaakt voor degenen, die reeds in die huizen woonden, op grond waarvan zij eerst na verloop van tijd de hoogere huur zouden hebben te betalen. Die tijd is thans verloopen, vandaar dat zij thans meer huur moeten betalen. Dit is echter geen huurverhooging in den zin van de Huurprijzenverordening, evenmin als de door den heer Van den Wijngaard bedoelde wijziging van de huur van enkele gemeente-woningen aan het Westeinde zulks is. De huur van deze woningen is gebaseerd op het inkomen der bewoners. Herziening der huur heeft elk halfjaar plaats; de huren worden dan verlaagd of verhoogd, al naar gelang de inkomsten van de bewoners zijn gedaald of gestegen. De heer VAN GASTEL vraagt, of, in geval de hoogere huur eens niet mocht worden goedgekeurd, belanghebbenden dan restitutie zullen krijgen. De VOORZITTER antwoordt, dat de zaak onder de oogen zal worden gezien. 9. De heer KOOIJMAN wil in de eerste plaats de aan dacht vestigen op den slechten toestand, waarin het rijwielpad op den Tramsingel zich bevindt. Vervolgens zegt Spr.: „Er zijn nu 1064 handteekeningen verzameld voor het verkrijgen van een brug over den Tramsingel bij de Nieuwe Dieststraat, en die zal er nu komen. Hoeveel handteekeningen moet ik nu bijeenbrengen om een tunnel onder den spoorweg-overgang aan de Terheijdenstraat te krijgen?" Spr. herinnert er aan, dat hij reeds jaren daarop heeft aangedrongen en op de noodzakelijkheid ervan heeft gewezen. Den vorigen keer is hem geantwoord, dat het bouwen be zwaarlijk was, in verband met een eventueele verhooging van het stationsemplacement, waardoor de tunnel overbodig zou worden gemaakt.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1941 | | pagina 65