82 7 MAART 1941. 12. Schrijven van Burgemeester en Wethouders, houdende mededeeling van de aanvulling der salarisregeling voor jongste bedienden in verband met het te werk stellen van vrouwelijke typisten (Bijlagen 1941, no. 38). De heer WINKELHAGE zegt het volgende: Mijnheer de Voorzitter. Met belangstelling heb ik van deze mededeeling kennis genomen Het is mij echter niet duidelijk waarom bij in stelling van de functie „vrouwelijke typisten" deze jonge dames als jongste bediende worden gekwalificeerd. Bij verschillende groote lichamen, b.v. de Spoorwegen, neemt het vrouwelijk personeel een uitzonderlijke positie in Onder jongste bediende versta ik iemand, die geheel moet worden opgeleid. Al eenige malen heb ik een van de jonge dames achter mij zien zitten om de notulen van den Raad te verslaan. Dit is toch ook niet het werk van een jongste bediende. Wat mij verder getroffen heeft, is, dat deze jonge dames bij het bereiken van den 25-jarigen leeftijd worden ontslagen. Dit lijkt mij in hooge mate onbillijk Het zal waarschijnlijk niet veel voorkomen, dat zij zoo lang in dienst blijven, maar indien een meisje bij het bereiken van die fatale leeftijdsgrens nog in dienst is, haar plicht goed doet en voor het vastgestelde salaris nog graag wil blijven werken, komt het mij niet juist voor, haar te ontslaan alleen omdat zij 25 jaar is geworden en het dus nog moeilijker is iets anders te krijgen. Ook in het belang van de gemeente is dit m.i. niet, omdat een ander eerst weer geheel moet worden opgeleid. Voor een jongeman is dit wat anders. Hem wordt een andere functie in uitzicht gesteld, als hij geschikt is Voor een meisje rest niets dan heengaan. Ik verzoek U een en ander nog eens in overweging te willen nemen. Dank U, Mijnheer de Voorzitter.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1941 | | pagina 82