88 7 MAART 1941. aan de N.V. Ijzergieterij en Emailleerfabriek „De Etna" (Bijlagen 1941, no, 25). Zonder eenige bedenking wordt dienovereen komstig besloten. 25. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot het verleenen van een bijdrage aan de gemeente Ginneken in de kosten van omlegging van de Molenlei en tot verkoop van de voor de omlegging benoodigde gronden aan die gemeente (Bijlagen 1941, no. 49). De heer ELICH zou dit voorstel gaarne eerst nog in de Bouwcommissie willen bespreken. De VOORZITTER zegt, dat daartegen geen bezwaar bestaat, mits de Raad zou kunnen bewilligen tot uitvoering van de zaak, indien de Bouwcommissie ermede accoord gaat, anders gaat er te veel tijd verloren. Spr. vraagt wat eigenlijk de bezwaren van den heer E1 i c h tegen dit voorstel zijn. De heer ELICH vraagt, waarom in dit geval niet ieder het zijne betaalt. Het betreft hier het maken van een kunstwerkdit is geheel iets anders dan b.v. het oprichten van een brandweer. Het spreekt vanzelf, dat zooiets voor gezamenlijke rekening geschiedt; het tot stand komen van dit kunstwerk echter acht Spr. uitsluitend van belang voor Ginneken. De VOORZITTER zegt, dat het hierbij eigenlijk gaat om een bijdrage in de kosten van omlegging van f 10.000, het bedrag van f 4250,zou anders toch uitgegeven zijn geworden als aandeel in de kosten van den duiker in de Molenlei, welke thans overbodig is geworden. Burgemeester en Wethouders hebben den hinder, welke Breda van de Molenlei ondervindt, nagegaan. Deze is tweeledig; in den

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1941 | | pagina 88