7 MAART 1941. 91 De heer ELICH geeft toe, dat men die gevolgtrekking daaruit kan maken, doch hij acht dit punt toch eenigszins kwestieus. De VOORZITTER zegt, dat over deze kwestie aan Ginneken zal worden geschreven. De heer ELICH heeft in de voorwaarden gelezen, dat de gemeente Ginneken de kosten van onderhoud en ver nieuwing van de kunstwerken voor haar rekening neemt. Spr. vraagt, of in dit verband ook is gedacht aan de kunstwerken, welke misschien in de toekomst nog zullen moeten worden gemaakt. De VOORZITTER antwoordt, dat dit is geschied voor zoover zulks aan de hand van het uitbreidingsplan is te overzien. Men zou daarom beter in de voorwaarden kunnen spreken van de bestaande kunstwerken en die, welke in het uitbreidingsplan zijn opgenomen. Ook dit zal nog met Ginneken worden geregeld. Daarop wordt het voorstel van Burgemeester en Wethouders zonder hoofdelijke stemming aangenomen. 26. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot wijziging van de voorwaarden, waaronder aan de N. V. Ned. Pettenfabriek voorheen P. Mol, alhier, een bouwterrein aan de Speelhuislaan in erfpacht is uitgegeven (Bijlagen 1941, no. 47). Niemand der leden hiertegen eenige bedenking hebbende, wordt dienovereenkomstig besloten. 27. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1941 | | pagina 91