7 MAART 1941. 94 als één geheel tot uitvoering moet worden gebracht of het ander, waarbij de uitvoering in twee gedeelten zou kunnen geschieden. Burgemeester en Wethouders hebben zich reeds met een deskundige in verbinding gesteld, die, behoudens goedkeuring van den Raad, binnen twee maanden over die vraag advies zal uitbrengen. Het plan, dat verder geënta meerd zal worden, zal nog in de Bouwcommissie worden besproken. De heer ELICH heeft er na deze uiteenzetting van den Voorzitter geen bezwaar tegen dit punt thans af te doen. Zonder verdere bedenkingen wordt daarop conform het voorstel van Burgemeester en Wet houders besloten. 35 Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot beschikbaarstelling van een crediet voor het aanbrengen van een electrische verlichting in openbare schuilgelegen- heden (Bijlagen 1941, no. 45). Niemand der leden hiertegen eenige bedenking te kennen gevende, wordt dienovereenkomstig besloten. 36 Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot beschikbaarstelling van een crediet voor het in werkver ruiming doen gereedmaken en betelen van gemeente-gronden met voedingsgewassen (Bijlagen 1941, no. 46). De heer MEIJVIS verklaart zich met dit voorstel te kunnen vereenigen, doch verzoekt als het eenigszins mo gelijk is, tevens grond beschikbaar te stellen voor den aanleg van volkstuintjes. De VOORZITTER antwoordt, dat Burgemeester en Wethouders hebben laten opnemen, hoeveel van den aan

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1941 | | pagina 94