7 MAART 1941.
97
dit verband, of de mogelijkheid bestaat, dat een huurbijslag
wordt toegekend.
De VOORZITTER antwoordt, dat niet aan die hooge
bouwkosten is te ontkomen; men kan nu eenmaal niet
goedkooper bouwen. Men moet echter ook bedenken, dat
hoe meer er gebouwd wordt, hoe beter dit is om de huren
op het tegenwoordige peil te houden. Huurbijslag wordt
niet gegeven.
De heer LAUREIJ verklaart, ook met het voorstel
accoord te gaan. Spr. wil echter nog een paar vragen
stellen. In de eerste plaats heeft hij zich afgevraagd, of
het wel noodig is, dat er bij den bouw van 184 woningen
door zes bouwondernemers zeven architecten betrokken
worden. Spr. vreest, dat zij elkander in den weg zullen
loopen.
In de tweede plaats wil Spr. opmerken, dat volgens het
voorstel de bouwkosten niet meer mogen bedragen dan
f 4350,— per woning. Nu heeft Spr. vernomen, dat die
kosten door de bouwondernemers op een veel grooter
bedrag worden geraamd. Spr. vraagt zich af, of dit geen
moeilijkheden zal geven.
De VOORZITTER zegt, dat de regeling beoogt, naast
de bouwondernemers de architecten steun te verleenen in
dezen voor de bouwbedrijven zoo moeilijken tijd. Vandaar
dat aan de zes bouwondernemers ieder een architect is
toegevoegd. Aanvankelijk bestond het plan deze architecten
ook toezicht te laten houden bij den bouw. Men is daarvan
echter teruggekomen Ook de Bouwcommissie was van
oordeel, dat dit toezicht door den dienst van Openbare
Werken moet worden uitgeoefend Gedurende den bouw
bemoeit de architect zich niet met de zaak; hij treedt dan
terug. De heer L a u r e ij behoeft dan ook niet bevreesd
te zijn, dat de architecten elkander in den weg zullen loopen.