12 OCTOBER 1945. 13 V „kiescollege tot een minimum beperkt konden blijven. Een „woord van dank aan de vertrouwensmannen zij hier onge twijfeld op zijn plaats! „In de rede van den voorzitter van den Raad gedurende de „laatste raadsvergadering op 28 Augustus 1941 heeft deze „o.m. de volgende opmerking gemaakt: „Gedurende zijn be- „staan heeft de Raad een aanzienlijken invloed gehad op het „bestuur der stad, zij het ook, dat meer en meer het zwaarte punt bij het dagelijksch bestuur kwam te liggen. „In de practijk is de Raad van wetgevend orgaan geleidelijk „een hoofdzakelijk controleerend lichaam geworden." Dit was „inderdaad de practijk geworden. De steeds zich uitbreidende „gemeentelijke bemoeiingen en de ingewikkeldheid van „vele gemeentelijke vraagstukken waren oorzaak, dat zich „deze langzame wijziging heeft voltrokken. In de voorschrif ten betreffende de voorloopige gemeenteraden is een en „ander thans vastgelegd, al ontveins ik mij niet, dat de wet- gever thans veel verder is gegaan dan de practijk tot heden „ooit is geweest. Een en ander zal echter niet beletten dat de „taak, welke U thans op Uw schouders neemt, door U allen „zonder twijfel naar beste weten en vervuld van goeden bur- „gerzin zal worden verricht, opdat mede door Uw werkzaam heid, doeltreffend zal kunnen worden gearbeid aan de voor ziening in de vele nooden en het nader brengen van de op- „lossing van de talrijke problemen welke onze gemeente kent „en om oplossing vragen. Moge de zegen van Hem, in Wiens „handen alle macht gelegen is, op Uw aller arbeid blijven „rusten!" De heer MABELIS zegt namens den Raad het volgende: Mijnheer de Voorzitter. „Als oudste lid van den tijdelijken Gemeenteraad, valt mij „het voorrecht ten deel, U. Mijnheer de Voorzitter, dank te „zeggen voor de belangrijke en overzichtelijke mededeelingen „betreffende onze stad over de achter ons liggende jaren,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1945 | | pagina 13