22 12 OCTOBER 1945. „Ik gebruikte zooeven het woord on-democratiscL, Mijnheer „de Voorzitter, omdat naar mijn overtuiging democratie voor „een meerderheidsgroep zeker niet beteekent: heerschen e:i „regeeren met negeering van de rechten, welke ongetwijfeld „ook een minderheid heeft. „Zulk een standpunt is een verouderd \oor-oorlogsch stand- „punt en acht ik een aanfluiting van de beteekenis van het „woord democratie. „Tijdens de bezetting hebben wij kunnen constateeren, hoe „gemengde groepen van onze bevolking met elkaar samenwerk ten om den vijand te dwarsboomen in het belang van ons „Land en Volk. „Toen is gebleken, dat samenwerking tusschen katholieken „en protestanten, sociaal-democraten mogelijk was en toen „werd ook door katholieken betoogd, dat die samenwer king later diende bestendigd te worden, ook op politiek ge- „bied. „Gemeenschappelijk moest worden gearbeid aan de gees telijke vernieuwing van ons volksleven, niet alleen op econo- „misch, op sociaal en cultureel gebied, doch ook op politiek „gebied. „Ik moge hier herinneren aan de indertijd door onze Lands vrouwe uitgesproken radiorede, waarbij H.M. als volgt sprak: „Dit is een geestelijke oorlog het oude heeft afgedaan „en keert niet meer terug; straks dient gemeenschappelijk ge- „bouwd te worden aan de geestelijke vernieuwing van ons „volksleven". „Ik moge voorts verwijzen naar het Herderlijk schrijven, „dat op Zondag 16 September j.l. in alle Katholieke kerken „is voorgelezen. In die oproep tot geestelijke vernieuwing van „den godsdienstigen en zedelijken toestand, wordt het streven „naar meer eenheid en een betere samenwerking gerechtigd, ja „zelfs als loffelijk geprezen, mits deze niet overwoekerd wordt „door Eenheidsstrevingen. „Ik moge verwijzen naar andere gemeenten, waar de R.K. „ook in de meerderheid zijn en waar men zich wel op het „standpunt van geestelijke vernieuwing èn samenwerking op „breede basis in democratischen zin heeft gesteld.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1945 | | pagina 22