12 OCTOBER 1945. De VOORZITTER merkt op, dat, wanneer de wethouders alle vier aftreden, er voor elke vacature afzonderlijk gestemd wordt en wel in volgorde van anciënniteit. De vraag van den heer Smit is moeilijk te beantwoorden. Staatsrechtelijk kent men geen portefeuilles. De Gemeenteraad kiest de wethouders en het College van Burgemeester en Wethouders verdeelt on derling de verschillende portefeuilles. Een wethouder van on derwijs of van financiën kent de wet niet. De pracijk brengt deze werkverdeeling mede. Te voren is niet te zeggen, wie de een of andere portefeuille zal krijgen Zoo kan het voorkomen, dat degene, die thans de onderwijszaken te behartigen heeft, straks met Openbare Werken wordt belast. Zulks hangt van verschillende omstandigheden af, die men nu nog niet kent. Ten slotte moet Spr. nog één opmerking maken. Volgens het bepaalde in artikel 86 der Gemeentewet kunnen in gemeenten met meer dan 20.000 zielen drie of vier wethouders zijn. Hier wordt voorgesteld vier wethouders te benoemen. Daarop wórdt overgegaan tot stemming. Ie. Vacatur e-Mr. E. L. H. M. van M i e r 1 o. Er worden uitgebracht 31 stemmen, waarvan 24 op den heer VanMierlo, 6 op den heer Van Houten enlop den heer K r o o n e. Zoodat de heer Mr. E. L. H. M. van Mierlo opnieuw is benoemd tot wethouder der Gemeente. De heer VAN MIERLO dankt voor het in hem gestelde vertrouwen en spreekt de hoop uit, dat hij zal mogen voort gaan op den weg, dien hij al zoovele jaren heeft bewandeld, ten einde de belangen der Gemeente naar best vermogen te behartigen. Den Raad biedt Spr. zijn beste wenschen aan voor een vruchtdragenden arbeid in deze korte periode.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1945 | | pagina 27