12 OCTOBER 1945. 31 meester en Wethouders. Dezen maken dit onderling uit. Het geen de heer Smit beoogd, is derhalve practisch niet uitvoer baar. Spr. geeft den heer S m i t in overweging zijn voorstel in te trekken. Als het ziektegeval er eenmaal is, krijgt de Raad de gelegenheid om in de vervanging te voorzien. De heer SMIT handhaaft zijn voorstel. Hij vindt het om practische redenen gewenscht de vervangers reeds thans aan te wijzen; zij kunnen zich dan alvast voorbereiden voor hun taak. De VOORZITTER vraagt, of het voorstel van den heer Smit voldoende wordt ondersteund. Dit niet het geval zijnde, kan het geen onderwerp van beraadslaging uitmaken. De VOORZITTER zegt, dat, overeenkomstig de daarvoor bij raadsbesluit van 23 Augustus 1919 vastgestelde regeling, thans behoort te worden overgegaan tot loting ter bepaling van de plaats der onderscheidene politieke groepen in de raad zaal. De groep, waarvoor no. 1 getrokken wordt, neemt plaats ter rechterzijde van de college-tafel; de overige groepen ne men in de door de loting uitgemaakte volgorde achtereenvol gens plaats. De leden nemen in de groep, waartoe zij behoo- ren, plaats naar ouderdom van jaren. De uitslag der daarop gehouden loting is als volgt: le. de Vrijzinnig-Democratische groep; 2e. de Protestantsch-Christelijke groep; 3e. de Liberale groep; 4e. de Sociaal-Democratische groep; 5e. de Roomsch-Katholieke groep. Rondvraag. De heer MEIJS merkt op, dat de beperking van de bevoegd-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1945 | | pagina 31