22 NOVEMBER 1945. 37 een goed einde te brengen.. De leden van den Raad zijn niet moedeloos, anders hadden zij zich niet als volksvertegenwoor digers doen kiezen. Zij rekenen het zich, evenals Spr., tot een plicht de zaken, voor zoover zij aan den Raad zijn toever trouwd, verder te brengen. Spr. hoopt van harte, dat men daarin met vereende krachten zal slagen. Vervolgens deelt Spr. mede, dat van de heeren Van Aren- donk, Oomens en Ruijg bericht is ingekomen, dat zij verhin derd zijn deze vergadering bij te wonen. Daarop stelt Spr. aan de orde: 1. Beëediging en installatie van de heeren C. van den Eeden, A. Hallema en C/ir. M. Winkelhage. Nadat door den VOORZITTER de betrekkelijke eedsfor mules zijn voorgelezen, worden achtereenvolgens door de hee ren Van den Eeden, Hallema en Winkelhage in diens handen afgelegd de eed van zuivering en de eed van trouw, voorge schreven in artikel 45 der Gemeentewet. Daarop heet de VOORZITTER de nieuwe leden welkom in den Raad. 2. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot het be noemen van leden der Commissies van bijstand (Bijlagen 1945, no. 1). De heer MEIJS veronderstelt, dat hierover geen stemming behoeft plaats te hebben. De raadsfracties hebben namelijk in onderling overleg een aanbeveling opgemaakt, waarmede zij allen accoord gaan. De VOORZITTER zegt, dat de wet voorschrijft, dat voor personen schriftelijk gestemd moet worden. Spr. verzoekt den heer Meijs telkens de voor elke commissie aanbevolen perso-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1945 | | pagina 37