40 22 NOVEMBER 1945. zijn uitgebracht op de heeren Cosijn, Meijs en Smit ieder 31 stemmen. Zoodat tot leden van de commissie voor de Strafverordeningen zijn benoemd de heeren H. J. Cosijn, J. A. Meijs en NSmit. 4. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot benoe ming van een lid, dat als raadslid zitting heeft in de Commis sie voor de Handelsavondschool (Bijlagen 1945, no. 3). De heer MEIJS deelt mede, dat voor deze vacature wordt aanbevolen de heer Mabelis. De heer HEER verklaart geen enkel bezwaar te hebben tegen de benoeming van den heer Mabelis. In de Commissie voor de Handelsavondschool zijn echter gedurende de bezet tingsjaren leden benoemd buiten den Raad om. Ook ten op zichte van enkele andere commissies is zulks geschied. Spr. zou die benoemingen in de volgende vergadering opnieuw aan de orde willen zien gesteld. Hij gelooft niet, dat daartegen groot bezwaar kan bestaan. De VOORZITTER wijst er op, dat die benoemingen zijn geschied door het orgaan, dat toentertijd bevoegd daartoe was. Als men die benoemingen nu gaat herroepen, waar blijft men dan? Een dergelijke opvatting leidt er toe, dat alle in den bezettingstijd genomen besluiten op de helling komen te staan. Spr. acht dit een gevaarlijk experiment. Wethouder STRUIJCKEN veronderstelt, dat er in het een of ander Koninklijk Besluit wel een bepaling zal zijn te vin den, welke in deze tot richtlijn kan dienen. De VOORZITTER zegt, dat nagegaan zal worden, of hetgeen de heer Heer wil mogelijk en gewenscht is. De heer HEER kan zich daarmede vereenigen. Mochten er aan de verwezenlijking van zijn wensch bezwaren kleven, dan verzoekt Spr. toch aan den Raad te willen overleggen een lijst

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1945 | | pagina 40