44
22 NOVEMBER 1945.
Vervolgens wordt voortgegaan met de behandeling der
punten in de volgorde, waarop zij op de agenda voorkomen.
9. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot benoe
ming van een vasten en een tijdelijken leeraar in de klassieke
talen aan het Stedelijk Gymnasium (Bijlagen 1945, no. 13).
De heer HEER vindt het, in het bijzonder met betrekking
tot de voorziening in de vacature van tijdelijk leeraar, een be
zwaar, dat de sollicitatie-stukken niet voor den Raad ter in
zage hebben gelegen. Het lijkt hem moeilijk voor den Raad om
tot benoeming over te gaan zonder kennis te hebben genomen
van die stukken.
De VOORZITTER wijst er op, dat de Inspecteur der
Gymnasia met de aanbeveling accoord gaat. Deze heeft de
sollicitatie-stukken nog niet teruggestuurd omdat hij ziek is.
Als de Raad er op staat die stukken in te zien, kan de benoe-
ming worden uitgesteld, maar dan zal men toch om stagnatie
in het onderwijs te vermijden den heer Hofstra alvast voorloo-
pig in functie moeten laten treden.
De heer HEER meent op grond van het feit, dat het
voorstel ten opzichte van de tweede vacature spreekt van in
functie-treding op een nader door Burgemeester en Wethou
ders te bepalen datum dat er niet zooveel haast is bij de
vervulling van deze vacature.
Wethouder VAN MIERLO verklaart, dat het de bedoe
ling was om, wanneer de benoeming vandaag was geschied,
de benoemde morgen in functie te doen treden. Er is dus wèl
haast bij de zaak. Het voorstel is daarom nu reeds op de
agenda geplaatst.
De heer HEER heeft er geen bezwaar tegen, den heer
Hofstra tijdelijk te benoemen, maar dit komt practisch hierop
neer, dat hij voorrang heeft, wanneer straks deze voorloopigc
betrekking in een vaste wordt omgezet.