22 NOVEMBER 1945.
47
b. 2e vacature (tijdelijke betrekking).
Er worden ingeleverd 31 stembiljetten, waarvan 24 den
naam bevatten van den heer Hofstra, 1 ongeldig wordt ver
klaard en 6 blanco zijn ingeleverd.
Zoodat de heer B. Hofstra is benoemd tot tijdelijk
leeraar in de klassieke talen aan het Stedelijk
Gymnasium.
10. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, om H.M. de
Koningin te verzoeken Haar besluit van 4 November 1935, no.
39, houdende vaststelling van het maximum-aantal drankver
gunningen in te trekken (Bijlagen 1945, no. 9), alsmede een
adres van het Breda's Drankweer Comité, houdende verzoek
het voorstel van Burgemeester en Wethouders niet aan te
nemen.
De heer MABELIS zegt het volgende:
Mijnheer de Voorzitter,
Bij lezing van dit voorstel met de toelichting is het mij niet
duidelijk geworden waarom thans dit adres aan Hare Majes
teit de Koningin moet worden gezonden.
Bij intrekking van het Kon. Besluit van 4 November 1935
no. 39 zal het maximum aantal vergunningen 160 bedragen.
In 1942 waren er 177 thans nog 174, wat dus nog een te veel
van 14 vergunningen beteekent. In de afgeloopen drie jaren
is het aantal met gemiddeld 1 per jaar verminderd. Om bene
den de 160 te dalen zou het tempo der vermindering in de vijf
vóór ons liggende jaren tot een gemiddelde van drie jaar moe
ten stijgen; een stijging, die in het licht van de drie achter
liggende jaren zeer onwaarschijnlijk moet worden geacht.
Het komt mij voor, dat de vrees van het College daar
voor dan ook volkomen ongegrond is en dat, ook al' stond men
op het standpunt van Burgemeester en Wethouders, een
adres, ais hier vóór ons ligt, zeer wel tot 1950 kan wachten.
Nu evenwel dit verzoek aan H.M. de Koningin met deze
toelichting vóór ons ligt, wil ik er iets nader op ingaan.