22 NOVEMBER 1945. 49 de verlaging, maar alleen dat daarin geen bezwaar tegen de verlaging werd gezien. Waar de Raad in 1935 om voren genoemde principiëele redenen als een middel tegen de verleiding van het alcoholisme, tot verlaging overging, komt het mij ten eenenmale onjuist voor, als deze Raad thans weer tot het vaststellen van het volle maximum aantal vergunningen zou overgaan en daar mede de winst tegen het alcoholisme te niet zou doen, zulks in strijd met den geest van de Drankwet. Mijnheer de Voorzitter. Het komt de Chr. Protestantsche fractie voor, dat het onnoodig en ongewenscht is het aantal vergunningen voor Breda op het maximum van 160 vast te stellen. Zij staat achter den Minister van Sociale Zaken wan neer deze het aantal vergunningen beneden het maximum wil zien gebracht. Zij wil echter rekening houden met den geest der Drankwet, die uitgaat van een geoorloofd matig drank gebruik; dat een redelijke verlaging van het maximum gericht moet zijn op de bestrijding van het alcoholisme; dat het ver laagde maximum niet te ver beneden de behoeften van het verkeer is, omdat anders door die verlaging een prikkel tot wetsontduiking zou worden gegeven. Verlaging van het ma ximum moet derhalve, met beleid en geleidelijk worden toege past, waardoor de minste tegenstand zal worden gewekt en de geoorloofde behoefte kan worden onderkend. De door den Minister voorgestane verlaging tot ±125, dat is een vermin dering met 35, komt ons te riskant voor en dreigt het doel voorbij te schieten. Wij hebben daarom de eer den Raad voor te stellen, Hare Majesteit te verzoeken het maximum aantal vergunningen voor Breda vast te stellen op 140. De heer HEER verklaart waardeering te hebben voor het werk der drankbestrijding; bij strijd en propaganda tegen drankmisbruik staat hij aan haar zijde. Spr. is echter geen voorstander van een drankverbod. Er zijn twe:e uitersten: ge- heel-cntbouders en menschen, die aan den drank verslaafd zijn. Spr. behoort niet tot een van beiden en gelooft zich zoo doende te mogen rekenen tot de overgroote meerderheid der

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1945 | | pagina 49