22 NOVEMBER 1945.
59
nen doen, dan houden Burgemeester en Wethouders zich
daarvoor aanbevolen.
De heer SMITS VAN WAESBERGHE vindt hetgeen
Burgemeester en Wethouders voorstellen financiering van een
bepaalde club. Spr. acht dit niet juist. Als de zaak in den
vorm van een huurverhooging was gegoten, zou zij aanneme
lijker zijn.
De VOORZITTER geeft toe, dat het beter zou zijn de
kosten van verbetering van het voetbalveld in den vorm van
huur te doen terugbetalen. Spr. vraagt, of de Raad ermede ac-
coord gaat, dat dit voorstel wordt teruggenomen en de betrok
ken Vereeniging wordt gevraagd, of zij er zich mede kan
vereenigen, dat de verbetering wordt aangebracht met ver
hooging van de huur.
De heer BRINKERHOF juicht toe, dat Burgemeester en
Wethouders, blijkens hun voorstel, bereid zijn de sport te
bevorderen. Het spijt Spr., dat de heer Smits van Waes-
berghe thans met het denkbeeld komt om de zaak in den vorm
van een huurverhooging te gieten. Dit zal namelijk vertraging
geven. Spr. vreest, dat de zaak op die manier op de lange
baan wordt geschoven, terwijl het hier een uiterst slecht veld
betreft. Hij hoopt, dat Burgemeester en Wethouders er iets
op zullen vinden, waardoor de Vereeniging toch spoedig in
staat zal worden gesteld het terrein te bespelen.
De VOORZITTER stelt voor, dat de Raad thans het ge
vraagde crediet voor verbetering van het veld beschikbaar
stelt en aan het College van Burgemeester en Wethouders
overlaat de huurkwestie op te lossen.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
De VOORZITTER deelt mede, dat de heer Heer schrif
telijk de volgende vragen heeft gesteld:
lo. Kunnen Burgemeester en Wethouders mededeelen, wat
zij gedaan hebben of nog zullen doen om de bezetting van de