22 NOVEMBER 1945.
61
De heer HEER zegt, dat eenige maanden geleden door den
Ouderraad een schrijven tot Burgemeester en Wethouders is
gericht, waarbij vragen werden gesteld over de bezetting van
de scholen. Burgemeester en Wethouders hebben toen daarop
geantwoord, dat er nog 6 scholen in beslag genomen waren,
waaronder drie openbare scholen. Men zal toch moeten toe
geven gezien het aantal openbare scholen in deze ge
meente, namelijk vier dat de openbare scholen zaten in den
hoek, waar de klappen vielen. Spr. neemt thans gaarne nota
van de mededeelingen van Wethouder Van Mierlo, waaruit
blijkt, dat de autoriteiten de moeilijkheden hebben ingezien.
Spr. wil nu nog op enkele misstanden wijzen. Wanneer men
de school-Boschstraat vergelijkt met de school-Keizerstraat,
dan valt die vergelijking wel zeer ten nadeele van eerstge
noemde school uit; zij is veel slechter. Ook beschikt zij niet
over een gymnastieklokaal. Spr. vraagt, hoe het staat met het
gymnastieklokaal aan de Keizerstraat.
De school aan de Viandenlaan is een uur nadat zij door de
geallieerde strijdkrachten was vrij gegeven, door Neder-
landsche militairen bezet.
Uit een en ander trekt Spr. de conclusie, dat de openbare
scholen er heel slecht afgekomen zijn. Hij verzoekt Burge
meester en Wethouders dan ook al hun aandacht daaraan te
besteden.
Wethouder VAN MIERLO antwoordt, dat niet het College
van Burgemeester en Wethouders, maar de Town-Major de
gebouwen aanwijst, welke voor militaire bezetting in aanmer
king komen. De Town-Major neemt eenvoudig die gebouwen
in beslag en geeft Burgemeester en Wethouders daarvan ken
nis. Later, bij het vrijgeven der gebouwen, is wèl gemarchan
deerd.
In de school-Viandenlaan zitten thans inderdaad Neder-
landsche militairen; zij maken echter deel uit van de 21e
Army-Group en behooren dus ook tot de geallieerde strijd
krachten. Burgemeester en Wethouders kunnen er derhalve
niets aan doen.