22 NOVEMBER 1945.
63
Wethouder VAN MIERLO merkt op, dat de laan indertijd
was afgesloten omdat ter plaatse munitie was opgeslagen.
Misschien is dat nu weer het geval.
De heer BRINKERHOF gelooft niet, dat dit het geval is.
De VOORZITTER zegt, dat Burgemeester en Wethou
ders de zaak zullen uitzoeken. Wanneer er geen ernstige reden
is voor afsluiting, zal op openstelling worden aangedrongen.
Rondvraag.
1. De heer HEER zegt, dat onlangs in het Casino-thea
ter het tooneelstukje „De Gelaarsde Kat" is opgevoerd voor de
schooljeugd. Enkele openbare scholen zijn daarbij niet aan
wezig geweest. Als de hoofden van die scholen daaraan schul
dig zijn, verzoekt Spr. Burgemeester en Wethouders hen op
hun verzuim te wijzen.
De VOORZITTER antwoordt, dat de hoofden van scho
len niet met hun leerlingen naar zulke vertooningen mogen
gaan zonder voorafgaande toestemming van Burgemeester en
Wethouders. Dezen hebben geen verzoeken van dien aard
ontvangen.
De heer SMIT merkt op, dat het dan in de lijn ligt, de
hoofden van scholen, die wèl met hun leerlingen de tooneel-
uitvoeringen hebben bezocht, mede te deelen dat zij zulks niet
zonder toestemming mogen doen.
De VOORZITTER: Dit zal zeer zeker geschieden.
2. De heer DIRVEN heeft gezien, dat men aan de Sprun-
delschebaan bezig is met het omkappen van een aantal hoo
rnen. Spr. vraagt, of het Burgemeester en Wethouders be
kend is, wat er met dat hout gebeurt. Is het wellicht voor de
klompen-industrie bestemd? Spr. misgunt niemand een paar
klompen, maar hij zou toch gaarne weten, waar die klompen
blijven.