68 22 NOVEMBER 1945, is iets waaraan het Gemeentebestuur niets kan doen. Het heeft gegeven wat het had. Wethouder VAN HAPEREN voegt hieraan nog toe, dat het met de afmeting van het hout den laatsten tijd beter gaat. Er zijn niet meer zulke groote stukken bij. De VOORZITTER merkt nog op, dat arme menschen het hout gratis krijgen. De heer WINKELHAGE blijft het toch niet juist vinden, dat de een 7,-- en de ander 5,voor dezelfde hoeveel heid hout moet betalen. 6. De heer BRINKERHOF heeft uit het hem toegezon den Gemeenteblad no. 1032 vernomen, dat Burgemeester en Wethouders het weekloon van ongeschoolde werklieden on langs hebben vastgesteld op 26,40. De Stichting van den Arbeid heeft een onderzoek ingesteld naar het loonpeil en den levensstandaard in ons land en is daarbij tot de conclusie gekomen dat, uitgaande van een gezin van vier personen, het weekloon van een ongeschoold werkman 32, van een ge oefend werkman 38,50 en van een volledig geschoold werk man 42,moet bedragen in verband met de uitgaven voor het distributie-pakket en de vaste lasten. Spr. vraagt, of het niet op den weg ligt van de Commissie voor het georganiseerd overleg om de loonen eens te bekijken. De VOORZITTER merkt op, dat het hier nog slechts een voorstel van de Stichting van den Arbeid betreft. Na de be vrijding zijn Burgemeester en Wethouders tot de conclusie gekomen, dat ieder arbeider, die bij de Gemeente werkzaam is, een minimum weekloon van 30,moet worden gegaran deerd. Een weekloon van 26,40 komt dan ook in de practijk niet voor. De Gemeente moet evenwel bij de vaststelling der loonen terdege rekening houden met de loonsituatie in het par ticulier bedrijf te Breda. Zij kan daar niet bovenuit gaan, wil zij niet in botsing komen met de hier gevestigde industrieën. Men ziet hieruit, dat deze aangelegenheid in grooter verband moet worden bezien.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1945 | | pagina 68