86
21 DECEMBER 1945.
de kolentniddenprijs stijgt, maar er is niet voorzien in de
mogelijkheid, dat die prijs daalt.
Wethouder STRUIJCKEN is van oordeel, dat, nu de
portee van dit voorstel èn in de Gaseommissie èn in een
vóórvergadering is uiteengezet, het niet noodig is om
daarop terug te komen. De bijdrage in de aansluitkosten
ad f 300 000,.lag Burgemeester en Wethouders ook wat
zwaar op de maag. Inderdaad bestaat de kans, dat later
de leiding nog verder wordt doorgetrokken en zich meerdere
gemeenten daaraan doen aansluiten. Maar of dit een reden
kan zijn om Breda gedeeltelijk restitutie te verleenen van
zijn bijdrage, is een open vraag. Men moet hierbij be
denken, dat die f 300.000,.slechts een gedeelte is van
de a insluitkosten, welke in totaal worden geraamd op 7 a 8
honderdduizend gulden. Niettemin zal op deze kwestie worden
gewezen en worden getracht later een deel van de bijdrage
terug te krijgen. De toestand is evenwel deze: de Mijn-
directie voelt niet veel voor doortrekking van de leiding;
zij wil het doen om Breda op korten termijn aan het
noodige suppletie-gas te helpen. Zij maakt hiervoor extra-
kosten, die zij eigenlijk liever niet zou maken. Toch gelooft
Spr., dat er over dit punt nog te discussieeren valt.
Wat de z. gn. kolen-formule betreft, zegt Spr., is het
logisch, dat de gasprijs met den kolentniddenprijs op en
neer gaat. Dit is inderdaad de bedoeling.
De heer BBINKERHOF leest onder punt 9, dat de
overeenkomst voor minstens 3 jaren en hoogstens 8 jaren
zal worden aangegaan. Spr. vraagt, of zij na afloop van
dien termijn nog eenige jaren zal doorloopen of onher
roepelijk wordt stopgezet. Voorts wordt onder punt 10
bepaald, dat de Staatsmijnen zich de bevoegdheid voor
behouden om met grootverbruikers in het Bredasche con
cessiegebied, die ten minste 300 000 M8 gas per jaar
afnemen, rechtstreeks overeenkomsten af te sluiten. De
winst, welke op die afname gemaakt wordt,gaat dus onzen