21 DECEMBER 1945.
87
neus voorbij. Kan die bepaling niet ongedaan gemaakt
worden, vraagt Spr.
Wethouder STRUIJCKEN antwoordt, dat de bepaling
sub 9 is opgenomen, omdat er van beide zijden, in verband
met den labielen toestand, iets voor te zeggen valt, dat de
mogelijkheid wordt opengehouden om binnen korten tijd
(3 jaren) een nieuw contract aan te gaan. Wat de bewuste
bepaling sub 10 betreft, is Spr. het met den heer Brin
kerhof eens, dat deze nadere preciseering behoeftzooals
zij thans luidt, is zij niet acceptabel. De bedoeling ervan
is vermoedelijk, de groot-industrieën te helpen om het
bedrijf rendabel te maken en dus levering van het gas
tegen een lageren prijs dan wij zouden kunnen leveren.
De heer LAUREY wil, in aansluiting op hetgeen de
heer L o o n e n heeft opgemerkt, nog wijzen op het feit,
dat, nu de leiding van Boxtel af wordt doorgetrokken naar
Breda, zij door verschillende gemeenten komt te loopen.
Als die gemeenten ook aansluiting willen hebben, dan
komen zij er voordeelig aan. Spr. vindt dit onbillijk en
vraagt, of dit niet onder de aandacht van de Staatsmijnen
kan worden gebracht, opdat Breda in dat geval compen
satie bekome.
Wethouder STRUIJCKEN zou hieromtrent ook wel
nadere preciseering wenschen.
De VOORZITTER toont aan, dat het een heele toer
zou zijn om die compensatie te berekenen.
Wethouder STRUIJCKEN antwoordt den heer La u r ey,
dat op dit punt op een nadere preciseering zal worden
aangedrongen.
De heer DIRVEN gelooft, dat Breda, wat de gasvoor-
ziening betreft, in een klem-positie verkeert. Hij is daarom
van meening, dat van deze gelegenheid gebruik moet worden
gemaakt. Hoe zit het echter met den gasprijs, vraagt Spr.;
wordt die hooger dan nu?