90
21 DECEMBER 1945.
De heer SMIT vindt dit geen beletsel om daarnaast nog
een stadsautobus te laten loopen.
De VOORZITTER zegt, dat zulks niet zal gaan. Ten
stadhuize heeft onlangs een bespreking over deze kwestie
plaats gehad met een ambtenaar van het betrokken Depar
tement- Daarbij is gebleken, dat, afgezien nog van de vraag,
of de Gemeente al of niet toestemming voor het exploiteeren
van een stadsautobusdienst noodig heeft, zij nooit de ver-
eischte medewerking zou krijgen voor toewijzing van
materieel en benzine.
De heer SMIT toont aan de hand van de desbetreffende
bepalingen aan, dat de Gemeente bij het oprichten van een
stadsautobusdienst alleen maar mededeeling daarvan behoeft
te doen aan de betrokken instantie.
De VOORZITTER herhaalt, dat men toch nooit de
noodige medewerking zou krijgen om de exploitatie mogelijk
te maken. Het lijkt Spr. het beste om prae-advies over deze
aangelegenheid uit te brengen; de Raad wordt dan zoo
goed mogelijk voorgelicht.
Daarop wordt zonder hoofdelijke stemming
besloten, de motie van den heer Smit testellen
in handen van Burgemeester en Wethouders om
pree-advies.
De VOORZITTER deelt mede, dat de heer Van
Houten hem een schrijven heeft gezonden met betrekking
tot de brandhoutkwestie, welke in de vorige vergadering
bij de rondvraag ter sprake is gekomen. In dezen brief
schrijft de heer Van Houten na toelichting, dat is
komen vast te staan, dat niemand in deze eenige blaamtreft.
Vervolgens zegt Spr., dat het drukken der notulen groote
vertraging ondervindt door gebrek aan geschoold personeel,
overstelpende drukte en moeilijkheden bij de toewijzing
van papier. De notulen van het verhandelde in de ver
gadering van 12 October j. 1. hebben thans, overeenkomstig