21 DECEMBER 1945.
91
het bepaalde in artikel 36 van het reglement van orde voor
de vergaderingen van den Gemeenteraad, ter inzage voor
de leden gelegen en zijn hun bovendien in druk toegezonden.
Spr. vraagt, of iemand der leden eenige bemerkingen daar
tegen in het midden heeft te brengen.
De heer BRINKERHOF merkt op, dat op blz. 9 dier
notulen, de Voorzitter in zijn openingsrede slechts terloops
spreekt over de uitbreiding van het grondgebied der ge
meente Breda met dat van Ginneken en Princenhage, doch
verder met geen woord dit belaagrijk feit releveert.
De VOORZITTER zegt, dat het thans gaat over de
vraag, of het in de vergadering van 12 October verhandelde
al of niet juist is weergegeven in deze notulen. De op
merking van den heer Brinkerhof is thans niet op
haar plaats; hij had die in de vergadering van 12 October
moeten maken. Desverlangd kan de heer Brinkerhof
straks bij de rondvraag nog hierop terugkomen.
Zonder verdere opmerkingen worden de notulen
van de vergadering van 12 October j. 1. daarop
onveranderd goedgekeurd en vastgesteld.
De VOORZITTER deelt naar aanleiding van een
desbetreffende, door den heer Heer in de vorige ver
gadering gemaakte opmerking mede, dat de benoemingen,
door den Burgemeester in de bezettingsjaren, waarnemende
de taak van den Raad, gedaan van kracht blijven ingevolge
het bepaalde in artikel 22 van het Koninklijk Besluit van
29 October 1944. Een lijst van die benoemingen zal in de
Leeskamer voor de raadsleden ter visie worden gelegd.
De openbare lagere school aan de Viandenlaan is gisteren
vrijgekomen. De afsluiting van de laan voor het verkeer
is dus nu opgeheven. Het was niet eerder gelukt opheffing
van die afsluiting te verkrijgen, omdat er munitie en wapens
in de school opgeborgen waren.
De Gemeente beschikt momenteel over een groot aantal