94
21 DECEMBER 1945.
baar kan worden gemaakt aan de brandhout-voorziening.
Misschien kunnen alle boomen van die laan daarvoor wel
worden benut.
De VOORZITTER antwoordt, dat een en ander zal
worden bezien.
6. De heer BRINKERHOF merkt op, dat de rede van
den Voorzitter, gehouden bij de installatie van den Tijde-
lijken Raad op 12 October j.l., een historisch stuk is. Spr.
betreurt het daarom, dat zij zoo sober is gesteld; hij had
haar liever meer uitgebreid gezien. Er staat b, v. niets in
over de grenswijziging en bijna niets over de bezetting.
Ligt het misschien in de bedoeling bij de behandeling der
begrooting over een en ander nog iets mede te deelen,
vraagt Spr.
J
De VOORZITTER wijst er den heer Brinkerhof
op, dat de grenswijzigingskwestie indertijd nog door den
Raad behandeld is; het is dus niet meer noodig daarover
nog mededeelingen te doen. Na Nieuwjaar krijgt de Raad,
zooals gebruikelijk is, in de eerste vergadering, welke dan
gehouden zal worden, een overzicht over het afgeloopen
jaar. Daaraan kan ditmaal een terugblik over de achter ons
liggende oorlogsjaren worden verbonden. Een goede be
schrijving van al wat er in die jaren in Breda is voorge
vallen, kan men later vinden in de Geschiedenis van Breda,
welke op het oogenblik geschreven wordt onder leiding
van een speciaal daarvoor aangewezen commissie. Men
kan dat werk beter raadplegen dan de raadsnotulen.
Wethouder VAN MIERLO merkt nog op, dat hij in
zijn rede van 12 October j.l. natuurlijk nog meer had kunnen
zeggen. Naar zijn meening is evenwel een rede, welke in
de notulen bijna 14 bladzijden beslaat, al omvangrijk genoeg.
De VOORZITTER zegt, dat er bij de behandeling der
gemeente-begrooting voor het dienstjaar 1946 desgewenscht
altijd nog op deze zaak kan worden teruggekomen.