ICO 1 MEI 1946. De heer BRINKERHOF zegt, dat de heer M a b e 1 i s er naast is zijn opmerking betreft niet den Raad, maar het beleid van Burgemeester en Wethouders. De VOORZITTER U hadt die opmerking toch toen kunnen maken. De zaak is de vorige maal van alle kanten bekeken. Het is een slag in het gezicht van den Raad om daarop nu weer terug te willen komen. De heer BRINKERHOF zal een voorstel indienen om de zaak in een volgende vergadering aan de orde te stellen. De heer MEIJS houdt de volgende rede ,,Het ligt niet in mijne bedoeling om bij gelegenheid van „de behandeling der vóór ons liggende begrooting in den „breede uit te weiden over het wel en wee onzer stad. Deze „Raad is te kort bij elkaar geweest en de omstandigheden, „waarin wij zijn gebracht, leveren te weinig stof om hier over veel te zeggen. „Wij mogen ons verheugen, dat wij na de jaren van dic tatuur in gemeentelijken kring den democratischen be stuursvorm weder hebben teruggekregen. „Het is echter te betreuren, dat onze gemeente in een „keurslijf is geraakt door de thans bestaande financiëele „verhouding tusschen Rijk en Gemeente. „Onze gemeente is noodlijdend geworden omdat van re- „geeringswege de bronnen zijn weggenomen waarop onze „financieele zelfstandigheid moet steunen. Wij hopen, dat de „Commissie, die door de Regeering in het leven is geroepen, „met voortvarendheid te werk mag gaan en haar pogingen „tot gevolg mogen hebben, dat onze gemeente weder vrij „komt van de staatsvoogdij. „Onze bijzondere aandacht vraagt nog steeds het plan tot „zuivering van het afvalwater onzer gemeente. Voorloopig „zal deze wensch echter niet in vervulling kunnen gaan, om- „dat dit groote werk zal stuiten op de hooge kosten, die „hiermede gemoeid zijn. „Wij voelen ons teleurgesteld door het antwoord van Uw „college op het centraal rapport met betrekking tot de ver pachting van uitbreiding der gaslevering. Wij hopen „gaarne, dat de kolenpositie spoedig zal verbeteren en de „gasrantsoeneering daardoor tot het verleden zal behooren. „Van deze gelegenheid maken wij gebruik om te wijzen „op de ernstige ravage, die door de jeugd wordt aangericht. „Iedere leegstaande woning moet het zeer ontgelden, terwijl

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1946 | | pagina 100