112 1 MEI 1946. De VOORZITTER Als U klachten heeft, moet U die indienen te bevoegder plaatse. De heer LAUREY Het gaat hier over het geven van legpenningen. Deze kwestie behoort dus hier wél thuis. Waarom zou men deze eens gegeven penningen niet kunnen afnemen Men doet dit toch ook wel met het actief en passief kiesrecht. De VOORZITTER Niet bij hen. De heer LAUREY Geheel de bevolking noemt deze menschen „eereburger". Die titel verdienen zij toch niet meer. De VOORZITTER U zou er een voorstel aan den Raad van kunnen maken. Wethouder VAN MIERLO zegt het niet juist te vinden om in den Raad personen op deze wijze te becritiseeren, die zich niet kunnen verdedigen. Bovendien gaat het hier over personen, die NIET veroordeeld zijn. De VOORZITTER zegt, dat hij van meening is, dat door sommige raadsleden misbruik wordt gemaakt van hun on schendbaarheid. Dat is geen mooie daad. De heer VAN HOUTEN zegt, dat hij niet kan inzien, dat de wijze, waarop in deze vergadering critiek wordt uitge oefend, de vernieuwing in gevaar zou brengen, zooals de heer M a b e 1 i s meent. Spr. wil heelemaal niet beweren, dat alleen de Partij van den Arbeid democratisch zou zijn. Maar hij ziet toch wel verschil met de Anti-Revolutionairen wat sociale denkbeelden betreft. Spr. ziet niet in, waarom de zuivering der ambtenaren geen punt van bespreking zou mogen uitmaken. Hij heeft de kwestie-Leeuwenberg aan de orde gebracht, omdat hij geen verschil ziet tusschen Nationaal-Front en N.S.B. Hij vindt het een schandaal, dat iemand als de heer Leeuwen berg, bij de ontvangst van de Koningin met oranje getooid vooraan op het bordes van het Stadhuis stond. Het was Spr. overwegens niet bekend, dat leden van het Nationaal Front niet als zoodanig voor de Zuiverings-com- missie behoefden te komen. Het is hem nu duidelijk, hoe het mogelijk is geweest, dat er klachten zijn ingediend, waarvan

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1946 | | pagina 112