118 2 MEI 1946. 1946. Daar de algemeene beschouwingen gistermiddag zijn beëindigd, zal thans worden begonnen met het behandelen der z.g. bijbegrootingen. De ontwerp-begrooting van het E 1 e c t r i c i t e i t s b e d r ij f, het G r o n d b e d r ij f, het Gasbedrijf, het Waterleidingbedrijf, deVolkscredietbank en het W o n i n g- b e d r ij f worden daarop zonder eenige beden king goedgekeurd en vastgesteld. Reiniging s- en Ontsmettingsdien st. De heer MEIJS heeft bij het afdeelingsonderzoek bezwa ren naar voren gebracht tegen de tarieven voor het gebruik van vuilnisemmers voor gezinnen, die tengevolge van de maatregelen der Woningnoodcommissie in één huis wonen de kosten voor den eersten emmer bedragen n.l. 0,60 per jaar en voor den tweeden emmer 5,-. Dit is een zeer aan merkelijk verschil. Ook de kosten van het huren van vuilnis emmers voor kantoren acht Spr. te hoog. Spr. heeft nu met genoegen in de Memorie van Antwoord gelezen, dat Bur gemeester en Wethouders over eenigen tijd met een voorstel zullen komen, waardoor een meer bevredigende regeling zal worden verkregen. De heer BRINKERHOF wil in het algemeen spreken over den verkoop van oude materialen bij de gemeentelijke dien sten en bedrijven. Deze geschiedt onderhands. Spr. vindt) dat die verkoop beter in het openbaar kan plaats hebben. Dit zal meer in het voordeel van de Gemeente zijn. De VOORZITTER erkent, dat het bij grootere hoeveel heden inderdaad zin kan hebben om tot openbare verkooping over te gaan. Burgemeester en Wethouders zullen deze kwestie eens bezien. De heer BRINKERHOF dringt er in het bijzonder op aan, dat de gevonden, bij de politie gedeponeerde voorwerpen in die openbare verkooping zullen worden betrokken. De VOORZITTER zal de zaak met den Commisaris van Politie bespreken.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1946 | | pagina 118