120 2 MEI 1946. veren gedenkpenning krijgen. Deze wordt zeer op prijs ge steld, vooral voor later. De heer BRINKERHOF gelooft, dat de jubilarissen toch liever een flink bedrag in handen zullen krijgen. De VOORZITTER zegt, dat hier bij 25 en 40 dienstjaren een gratificatie wordt toegekend van 50,resp. 75, indien de jaarlijksche bezoldiging minder bedraagt dan 4000,en 100,-, resp. 150, indien de jaarlijksche bezoldiging 4000,of meer bedraagt. Spr. vindt het aar diger een vast bedrag toe te kennen bij zulke gelegenheden. De heer SMIT deelt mede, dat men bij een 25-jarig jubi leum in 's-Rijks dienst een kwart maand en bij een 40-jarig jubileum een halve maand salaris ontvangt. De VOORZITTER zegt, dat men eens kan nagaan, of het beter is in deze voortaan de rijksregeling te volgen. Bij invoering van de vroegere Ginnekensche regeling zou de uit gaafpost moeten worden verhoogd goedkeuring daarop zou niet gemakkelijk worden verkregen. De post wordt hierop goedgekeurd en vastgesteld. Hoofdstuk II wordt vervolgens in zijn geheel goedgekeurd en vastgesteld. Hoofdstuk III (Openbare Veiligheid). De heer BRINKERHOF zegt het volgende Mijnheer de Voorzitter Zooals het met jonggeborenen steeds het geval is zij „genieten wel de noodige belangstelling, maar verder neemt „men een afwachtende houding aan, met de gedachte we „zullen wel zien wat het wordt. Zij eischen hun volle aan dacht, daarnevens hun verzorging om straks een volledige „taak in het arbeidsproces te kunnen volbrengen. „Zoo is het met ons jongste bedrijf, de gemeentelijke „brandweer ook gesteld ook hieraan behoort de noodige „aandacht en zorg besteed te worden om bij eventueel on- „heil datgene te kunnen presteeren, wat van haar verlangd „wordt.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1946 | | pagina 120