2 MEI 1946. 123 kwamen daarbij naar voren. Onder de bezetting is de ge meente een beroepsbrandweer opgedrongen. Daarbij is het gelukt, een vrijwillig gedeelte in stand te houden. Na de be vrijding is overwogen, of het geen aanbeveling verdiende terug te keeren tot de vrijwillige brandweer de gemeente wil wel van die dure beroepsbrandweer af. In Den Haag raadde men aan nog geen beslissing te nemen, daar men daar bezig was met het uitwerken van nieuwe aanwijzingen voor de brandweer en samenvoeging van kringen. De zaak is daarom nog sleepende gehouden. Burgemeester en Wet houders zijn echter voor een vrijwillige brandweer met een kern van beroepsbrandweerlieden, echter aanzienlijk kleiner dan zij nu is. Enkele gemeenten hebben nog een politiebrand- weer. De brandweer in haar huidige samenstelling is eigen lijk uit den booze. Men weet niet, wat men het personeel moet laten doen er is al van alles overwogen: schoenmaken, kleermaken enz., want anders dreigt er gevaar, dat het een lui baantje wordt. Bij den dienst, welke zij thans doen, kunnen zij oud v/orden. De heer Brinkerhof behoeft zich daar over geen zorg te maken. Spr. is niets dan goeds over het huidige personeel bekend. Het kan te allen tijde klachten indienen, doch Spr. heeft daarvan nooit iets bemerkt. Men moet echter oppassen, hen niet ontevreden te maken. Bij de brandweer kan nu eenmaal geen 8-urige arbeidsdag worden ingevoerd de arbeid bestaat hoofdzakelijk uit wacht diensten. De heer BRINKERHOF zegt, dat de vraag Wat men hen moet laten doen, gauw kan worden opgelost. In Zutfen werkt de beroepsbrandweer den geheelen dagzij maakt schoenen, meubels enz. Men kan de menschen het best in hun beroep laten. De VOORZITTER merkt op, dat het dan geen beroeps brandweer, maar een plicht-brandweer is. De heer BRINKERHOF verzekert, dat zij geschoolde ar beidskrachten in hun vak en tegelijkertijd getrainde brand weerlieden zijn zij zijn altijd bezig. Spr. vraagt, of een vrij willige brandweer niet duurder zal worden. De VOORZITTER antwoordt, dat de tegenwoordige brandweer 130.000 kost, terwijl de vrijwillige brand weer vroeger 16 a 18 duizend gulden kostte. Het verschil is

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1946 | | pagina 123