124
2 MEI 1946.
dus nogal groot. Er zal wél altijd een kern moeten blijven
die het materiaal onderhoudt, doch die kern zal veel geringer
in omvang kunnen zijn dan thans. De brandweerlieden heb
ben nu telkens wat te doen, maar niet te veel.
De heer BRINKERHOF vindt een werkweek van 97 uren
toch te veel.
De VOORZITTER zegt, dat de personen in kwestie niet
ontevreden zijn. Het is een andere betrekking dan die, welke
den heer Brinkerhof voor den geest staat.
De heer BRINKERHOF merkt op, dat zij maar éénmaal
in de acht dagen vrij zijn. Spr. vindt dit een stad als Breda
onwaardig.
De VOORZITTER zal de zaak nog eens bekijken. Men
moet echter niet vergeten, dat deze brandweerlieden een
soort soldaten zijn, die in de kazerne moeten zijn. Men zou
er op die manier toe komen alleen ongehuwde personen
daarvoor te nemen.
De heer HEER vindt aan dezen toestand één groot be
zwaar verbonden, namelijk dat het gezinsverband uit elkaar
wordt gerukt. Spr. is het met den V oorzitter eens, dat
deze functie niet is te vergelijken met andere betrekkingen
in de maatschappij. De oplossing zou misschien kunnen zijn,
dat den brandweerlieden eens per maand een zekere periode
vrij werd gegeven.
De VOORZITTER deelt mede, dat de brandweerkazerne
in de toekomst zou komen aan den Markendaalscheweg. Het
lag in de bedoeling de huizen aan het Van Coothplein in
handen te krijgen voor huisvesting van het brandweerper
soneel, namelijk de kern, ten einde deze steeds bij de hand
te hebben. Spr. zal de zaak echter bezien en een onderzoek
instellen bij het personeel.
Hoofdstuk III wordt daarop goedgekeurd en
vastgesteld.