2 MEI 1946. 129 De VOORZITTER zegt onderzoek toe. Wethouder KROONE deelt mede, dat er tegenwoordig meer baden op één dag genomen worden dan vroeger in een week. De heer WINKELHAGE vermoedt, dat zulks verband houdt met de gasrantsoeneering. Zonder verdere opmerking wordt de post daar op goedgekeurd en vastgesteld. Hoofdstuk IV wordt vervolgens in zijn geheel goedgekeurd en vastgesteld. Hoofdstuk V (Volkshuisvesting). Volgnummer 773. Kosten van de Woningnoodcommissie. De heer KAMPHUIJS merkt op, dat Burgemeester en Wethouders in hun Memorie van Antwoord mededeelen, dat bij de Woningnoodcommissie een andere werkwijze in voorbereiding is, waardoor een snellere afwerking der aan vragen zal worden verkregen. Deze Commissie zegt Spr., bestaat al eenigen tijd. Zij beschikt over een actieven direc teur. De taak, waarmede zij is belast, is niet eenvoudig en vaak ondankbaar. De gang van zaken bij deze commissie kan Spr. echter niet bekoren. Hij heeft den indruk gekregen, dat er met twee maten wordt gemeten; men brengt de woning zoekenden in hoofdzaak onder bij den kleinen man, terwijl velen, die groote panden bewonen b.v. aan de Baronie laan welke zich beter leenen voor dubbele bewoning, geen inwoning krijgen. Misschien beschikken laatstgenoem den over doktersverklaringen, dat zij bij inwoning zenuwziek zullen worden. Spr. vindt dit echter geen stijl het geeft een scheeve verhouding. Laat men in die kringen toch ook eens tot daadwerkelijke hulp overgaan. Voorts zegt Spr., dat, als men eenmaal op de lijst voor inwoning voorkomt, men nog niet gelukkig is. Spr. kent een geval van iemand in een betere buurt, die eenmaal op de lijst staat en steeds inwoning krijgt, terwijl in diezelfde straat heele blokken woningen daarvan verschoond blijven. Spr. erkent de moeilijkheden, waarmede de Woningnoodcommissie te kampen heeft, maar hij dringt er toch op aan andere maatregelen te nemen. Ten slotte ves-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1946 | | pagina 129