134 2 MEI 1946. de school in de Keizerstraat, hoe het zit met het herstel van het Postkantoor. Hij verzoekt bij het Rijk aan te dringen op spoed in deze. De VOORZITTER zegt dit toe. Volgnummer 1089. Kosten van houden van lezingen, ten toonstellingen enz. De heer HEER vindt het niet juist, dat aan de openbare scholen geen gelegenheid wordt gegeven om tijdens school tijd jeugdtooneelvoorstellingen bij te wonen. Hij vindt het begrijpelijk, dat aan de jeugdorganisaties geen financiëele steun wordt verleend voor hun gewone werk, maar hij zag wel gaarne, dat voor bepaalde acties wel die steun zou worden verleend. Door de A.J.C. is gevraagd om medewerking voor het verkrijgen van een gebouwtje. Nu is een gebouwtje toege wezen, maar tegen vergoeding van 5.per maand en dit gebouwtje blijkt inmiddels nog gesloten te zijn ook. Spr. heeft gehoord, dat ook de Protestantsche padvinders naar een gebouw zoeken. Zou de gemeente daar nu niet eens voor kunnen zorgen Mogelijk is het gebouw achter het St. Laurentius-Ziekenhuis, als dat niet geschikt is voor t.b.c. patiënten, wel iets voor hen. Wethouder VAN MIERLO merkt op, dat er hoofden van openbare scholen zijn geweest, die zonder daartoe verlof te vragen met de kinderen tijdens de schooluren naar voorstel lingen zijn gegaan. Zij zijn op het verkeerde van hun handel wijze gewezen. Spr. acht het ook niet noodig, dat dit plaats vindt onder schooltijd. Het Gemeentebestuur veil best samen werken met het Ned. Jeugdtooneel, maar dan moeten de voorstellingen buiten schooltijd worden gegeven. De heer HEER betwijfelt, of de onderwijzers daarvoor wel ambitie zullen hebben. Wethouder VAN MIERLO ,,Dat is zeker de vraag". De VOORZITTER zegt, dat voortdurend bij de Ge meente wordt aangeklopt om loodsen, maar zij zit daar mee hopeloos vast. Er is ook geen hout om nieuwe te maken. Spr. vraagt, of het de bedoeling van den heer Heer is

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1946 | | pagina 134