2 MEI 1946. 137 De heer HEER zegt, dat ,,de financiën" hier dus het groote struikelblok zijn. Hij vraagt, of het niet mogelijk is om van een gedeelte van de opbrengst der vermakelijkheidsbelasting, hiervoor een apart potje te maken. Wethouder VAN MIERLO merkt op, dat zulks van hooger hand niet wordt toegestaan. De heer HEER zegt, dat de Regeering het Ned. Volks- tooneel subsidiëert met 100.000. Wij zouden toch kunnen probeeren ook een bedrag op de begrooting te zetten. Wethouder VAN MIERLO merkt op, dat de groote ste den in het Noorden blijkbaar wèl geld voor deze doeleinden mogen uitgeven. Hij vindt het onjuist, dat men hier in het Zuiden op alles beknibbelt. De VOORZITTER acht het beter als er bepaalde geval len zich voordoen een post op de begrooting te brengen. Wij zouden daartoe contact kunnen opnemen met „Breda Voor uit". De heer MEIJS zegt, dat het zeer moeilijk is om momen teel op tooneel-gebied iets goeds te brengen. Particulier ini tiatief is er wel, maar er is niets bijzonders aan de markt. Hoofdstuk VIII wordt vervolgens in zijn ge heel goedgekeurd en vastgesteld. De Hoofdstukken IX en X worden zonder be denking goedgekeurd en vastgesteld. Hoofdstuk XI. Handel en Nijverheid. Volgnummer 325. Vergoeding voor het exploiteeren van autobuslijnen. De heer BRINKERHOF vraagt, of het, in verband met de verlaging van den benzine-prijs niet mogelijk is, de tarieven voor de stadsautobussen te verlagen. De VOORZITTER zal hiernaar een onderzoek doen instellen. Hierna wordt Hoofdstuk XI ongewijzigd goedgekeurd en vastgesteld.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1946 | | pagina 137