8 MEI 1946.
153
18. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot vast
stelling van het aan de bijzondere lagere scholen uit te
keeren voorschot op de exploitatievergoeding ex art. 101
der L.O. wet over het jaar 1946 (Bijlagen 1946, no. 60).
Zonder eenige bedenking wordt dienovereen
komstig besloten.
19. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, om de
oprichting en de instandhouding van een school voor middel
baar technisch onderwijs te Breda noodig te oordeelen (Bij
lagen 1946, no. 54).
De heer MABELIS houdt de volgende rede
Mijnheer de Voorzitter
,,Het hier voor ons liggende voorstel om te komen tot de
„oprichting van een M. T. S. te Breda heeft ongetwijfeld
„groote aantrekkelijkheid.
„Dat bij het betrekkelijk groot aantal leerlingen, dat reeds
„thans M.T.S. elders bezoekt, te verwachten is, dat bij een
„eigen school te Breda dat aantal nog zal toenemen, is een
„motief, dat, evenals het argument, dat Breda als centrum
gemeente van West-Brabant uit de daarin gelegen gemeen-
„ten toeloop kan verwachten, door ons wordt gedeeld.
„De wenschelijkheid en de levensvatbaarheid van een
„M.T.S. te Breda is naar onze meening aanwezig.
„Onze fractie zou dan ook volgaarne, zonder meer, zijn
„stem aan het ontwerp-besluit om de oprichting en instand
houding van een school voor middelbaar technisch onder-
„wijs te Breda noodig te oordeelen, geven, indien aan het
„slot van het prae-advies niet de opmerking ten aanzien van
„den voorgestelden stichtingsvorm was toegevoegd.
„Tegen het daarin geopperde voornemen om de nu nog
„te stichten M.T.S. op een tijdstip, dat afhankelijk wordt
„gesteld van het al- of niet gereed zijn van de R.K- zijde,
„die een M. T. S. op Roomsch Katholieken grondslag wil
„stichten, weer op te heffen en over te dragen, bestaat bij
„ons zeer ernstig bezwaar.
„Bij het thans voorgestelde te nemen besluit wordt niets
„beslist over den stichtingsvorm der school. Maar waar
„Burgemeester en Wethouders hun voornemen, zij het zon-
„der nadere motiveering, ter kennis van den Raad brengen,
„stellen wij er prijs op eveneens openhartig ons standpunt
„ten aanzien van die plannen mede te deelen en dat is dat
