160
8 MEI 1946.
op de vraag, of het College er van overtuigd is, dat men
hier een volwaardige school krijgt. Het gaat hiermede als
met alle grootsche dingen, die men aanpaktmen moet be
scheiden beginnen. De zaak ontwikkelt zich dan verder naar
behoeften. Het heeft Spr. verwonderd, dat men hierop heeft
aangeslagen als men vooruitstrevend wil zijn, moet men
met de behoefte van zijn tijd meegaan. Er zijn meer gemeen
ten ook hier in de buurt die ook een M. T. S. willpn
oprichten. Wij moeten dus op het vinkentouw zitten, want
de Regeering zal niet alle aanvragen inwilligen, dus moet
Breda de andere vóór zijn. Dit is de reden, waarom den
Raad dit voorstel thans wordt voorgelegd. Er bestaat een
redelijke verwachting, dat, als Breda er gauw bij is, het een
M. T. S. zal krijgen. Anders is de kans voor afzienbaren
tijd verkeken.
Er is over gevallen, dat er geen kosten opgegeven zijn.
Dit is thans niet aan de orde. Er wordt op het oogenblik niet
anders gevraagd dan een beginsel-besluit op grond van de
Nijverheidsonderwijswet. Als zulk een besluit is genomen,
dan kunnen Burgemeester en Wethouders met het Depar
tement van Onderwijs in overleg treden.
Er kan maar met enkele afdeelingen worden begonnen.
Als men alles tegelijk zou gaan opzetten, liep men de kans te
veel hooi op zijn vork te nemen. Spr. is het ermede eens,
dat de opzet goed moet zijn, maar desniettemin blijft het
altijd min of meer een waagstuk. Dit mag echter geen reden
zijn om het niet te probeeren. Men kan zich dus niet op het
standpunt stellen wij weten nu niet alles, dus doen wij het
niet.
De heer Laurey wil liever een avondschool, omdat hij
verwacht, dat een dagschool niet aan de hoogste in de prac-
tijk te stellen eischen zal kunnen voldoen. Een avondschool
kan evenwel altijd maar aanvullend onderwijs geven. Een
diploma van een avondschool kan daarom nimmer op één
lijn staan met dat van een dagschool. Een avondschool zou
min of meer half werk worden Breda moet dit niet doen.
De bezwaren van den heer M a b e 1 i s zijn natuurlijk ook
door het College onder oogen gezien. Het is uitgegaan van
het standpunt hetw.elk toch ook dat van den heer M a -
b e 1 i s is dat het bijzonder onderwijs in het algemeen
de voorkeur verdient en het openbaar onderwijs aanvullend
moet zijn. Gezien nu het overwegend Katholiek karakter van
de Bredasche bevolking, heeft een R.K. M. T. S. veel meer
kans van slagen, dan een gemeentelijke. Een voorbeeld
daarvan heeft men in het Gymnasium. Dit heeft, ook niet