166
8 MEI 1946.
van de leeraren een groot probleem is. Het leerarencorps
moet goed zijn, anders kan men beter niet tot oprichting
van een M. T. S. overgaan. Een R.K. school zal niet zoo
exclusief willen zijn, dat zij niet-Katholieke leeraren weert.
De heer HARDEMAN Zoo denkt U er over, maar hoe
is de meening van de Stichting
Wethouder VAN MIERLO zegt, dat ook de Stichting
altijd in het oog zal moeten houden, dat het onderwijs goed
moet zijn zij mag dit niet opofferen aan haar richting.
Den heer M a b e 1 i s antwoordt Spr., dat bij Burge
meester en Wethouders niet heeft voorgezeten de vraag
Op welke manier komt het R.K. onderwijs het beste tot zijn
recht Doch wèl Hoe zal de school het best floreeren
Daarop moet het antwoord luiden Door haar over te dra
gen aan een Katholieke Stichting. Men moet daarin geen
onvriendelijkheid zien ten opzichte van het niet-Katholieke
deel der bevolking.
De VOORZITTER zegt, dat er vroeger al sprake is ge
weest van de oprichting van een M. T. S. te Breda. Toen is
dat niet gelukt. Na 1942 kreeg Breda een kans. De Duitsche
bezetting maakte het echter minder aantrekkelijk om de
zaak door te zetten nu echter wèl. Toen Burgemeester en
Wethouders er mede bezig waren, kregen zij bericht, dat
men van Katholieke zijde ook tot de oprichting van een
M. T. S. wilde overgaan. De vraag is nu deze Kan er een
gemeentelijke M. T. S. bestaan, als er zulk een sterke drang
is voor de oprichting van een Katholieke M. T. S. Nu is
dit laatste terstond niet mogelijk. Van Katholieke zijde was
gevraagd over de outillage der Gemeente te mogen beschik
ken. Dit kan echter niet worden toegestaan. Wèl kan de
Gemeente beginnen en de zaak later aan de Stichting over
dragen. Daar men mag verwachten, dat leerlingen uit de
Noord-Westhoek van Brabant de Dordtsche M.T.S. zullen
blijven bezoeken, blijft er dus alleen een overwegend Katho
liek gedeelte van Brabant over, waaruit de Bredasche M.T.S.
haar leerlingen zal moeten betrekken. Er is dus voor een
R.K. M. T. S. veel te zeggen. De mogelijkheid is echter niet
uitgesloten, dat er, indien wij er niet spoedig bij zijn, in de
buurt een M. T. S. ontstaat. In dat geval zou de oprichting
van een M. T. S. te Breda op een mislukking uitloopen.
Daarom zijn Burgemeester en Wethouders van meening, dat
er niet lang moet worden gewacht doch dat snel moet wor
den gehandeld.