170
8 MEI 1946.
De VOORZITTER antwoordt, dat de R.K. Militairen-
Vereeniging een verzoek daartoe had ingediend. Als het
Christelijk Militair Tehuis met een dergelijk verzoek komt,
zal het ook in ernstige overweging worden genomen.
Zonder verdere opmerkingen wordt conform
het voorstel van Burgemeester en Wethouders
besloten.
25. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot be
schikbaarstelling van een crediet voor aankoop van een per
sonen-auto ten behoeve van het Gemeentebestuur (Bijlagen
1946, no. 50).
De heer MEIJS vraagt, of de heer de Kort met deze
transactie accoord gaat. Wat de terugbetaling van het Rijk
aan den heer de Kort betreft, is Spr. van meening, dat
de Gemeente daarbuiten staatzij kan daarvan geen res
titutie eischen.
De heer LAUREY verklaart van den heer de Kort te
hebben vernomen, dat deze niet met deze transactie accoord
gaat. Hetgeen in het voorstel van Burgemeester en Wethou
ders wordt medegedeeld is niet in overeenstemming met de
feiten. De auto in kwestie is indertijd niet gevorderd, maar
aan den dienst van Openbare Werken in bruikleen gegeven.
De heer de Kort heeft indertijd om teruggave van de
auto verzocht. Het Gemeentebestuur verklaarde zich toen
bereid aan het verzoek te voldoen als de heer de Kort
voor een andere auto zorgde. Dit was hem echter niet moge
lijk. Onlangs heeft de heer de Kort zijn eigendom terug
genomen.
Spr. kan zich niet met dit voorstel vereenigen en vraagt,
of het waar is, dat het Gemeentebestuur zich al een andere
auto heeft aangeschaft. Spr. begrijpt niet, dat Burgemeester
en Wethouders onder deze omstandigheden nog met dit
voorstel zijn gekomen. Hij stelt dan ook voor, het te ver
werpen of de verdere behandeling ervan aan te houden,
ten einde de Raad in de gelegenheid te stellen kennis te
nemen van de schriftelijke mededeelingen, welke de heer
de Kort hem heeft gedaan.
De VOORZITTER merkt op, dat de auto door het Mili
tair Gezag is gevorderd en daarop ter beschikking is gesteld
van den Dienst van Openbare Werken. Toen dit voorstel