8 MEI 1946. 171 er lag, kwam Burgemeester en Wethouders ter oore, dat de heer de Kort de auto had doen weghalen. Burgemeester en Wethouders hebben de zaak toen bij de rechterlijke macht aanhangig gemaakt; In kort geding zal nu worden uitge maakt, wie eigenaar is. Als de heer de Kort eigenaar is, moet de Gemeente een andere auto hebben. Burgemeester en Wethouders hebben geen andere auto aangeschaft, doch zij hebben er een gehuurd. De heer LAUREY zegt, dat de auto niet gevorderd is. Nog de vorige.week is door Militair Gezag rapport uitge bracht, dat de auto niet gevorderd, maar in bruikleen is ge geven en dat de heer de Kort dus nog steeds eigenaar is. Wethouder VAN MIERLO had liever niets over deze zaak gezegd, aangezien zij niet verkwikkelijk is. Spr. zal echter nu de juiste toedracht mededeelen. De auto in kwestie is door M.G. gevorderd en in bruikleen gegeven aan den Dienst van Openbare Werken. Spr. heeft er persoonlijk voor gepleit om de auto bij de Gemeente te laten, omdat zij dan vrij bleef van vorderingen ten behoeve van militaire diensten. Militair Gezag is daarmee accoord gegaan het bewijs daar van is in het bezit van het Gemeentebestuur. Toen Burge meester en Wethouders de auto wilden betalen, werd door Militair Gezag gezegd, dat zij dit niet moesten doen, daar de betaling der vergoedingen centraal geschiedde. Tegen den heer de Kort hebben Burgemeester en Wethouders toen gezegd, dat hij blij mocht zijn, dat de auto bij de Ge meente in gebruik was en niet bij Militair Gezag, daar hij de auto dan later terug kon krijgen. Militair Gezag heeft de auto later tot tweemaal toe bij de Gemeente weggehaald door tusschenkomst van de hoogste autoriteit van het Mili tair Gezag is zij tenslotte weer aan de Gemeente terugge geven. De heer de Kort heeft de auto op slinksche wijze in handen gekregen hij heeft haar namelijk door een ander namens den Burgemeester laten halen. De mogelijkheid be staat, dat het vorderingsbewijs niet juist is opgemaakt, doch de Gemeente heeft niets gedaan, dat niet juist is tegenover een gemeente-ambtenaar. De heer MEIJS vindt het toch niet juist, dat de Gemeente zich zoo, met gebruikmaking van de vorderingsbevoegdheid van het Militair Gezag, van een auto heeft voorzien. Spr. zou geen enkel bezwaar hebben tegen beschikbaarstelling

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1946 | | pagina 171