8 MEI 1946. 185 ,,mede een onderzoek ingesteld doch uit nadere informatie „van den D.U.W. is gebleken, dat aan dit verzoek niet kan „worden voldaan. Bedoeld contract geldt namelijk alleen „voor civiel technische werken, terwijl de onderhavige „objecten cultuurtechnisch zijn en het subsidie ad 85% „der arbeidsloonen ook alleen voor cultuurtechnische „werken wordt gegeven. „Overigens bleken de loonen in cultuurtechnische en ci vieltechnische objecten slechts weinig te verschillen. „Bij cultuur technische werken bedraagt het basis „loon 0,40 per uur. Op dit loon wordt een toeslag van een „bepaald percentage verleend, welk percentage voor Breda „op 60 is bepaald, zoodat hier het loon 0,64 per uur be draagt. „Indien in accoord wordt gewerkt (zooals gebruikelijk is), „mag den arbeider per week worden betaald een bedrag, „dat maximaal 20% boven het uurloon ligt. Dit maximum loon is derhalve 0,40 20%) 60% 0,768 per „u u r. „Bij civieltechnische werken wordt ingevolge het col- „lectief contract van 12 November 1945 0,70 per uur be- „taald, welke basis bij werken in accoord met ten hoogste „10% mag worden overschreden. Hier bedraagt het maxi- „mum derhalve 0.77 per uur. „In de practijk is het maximum loon bij civieltechnische „werken gemiddeld 0,75 op het werk aan de Oran- „jcboomstraat, een cultuurtechnisch werk, bedraagt het loon „momenteel gemiddeld 0,40 12%) 60% 0,757 „per uur. Er is dus practisch geen verschil. „De Nederlandsche Heide Maatschappij ontkent cate gorisch de mogelijkheid, dat bij haar objecten somtijds ar beiders niet meer zouden hebben verdiend dan 17,a 18,per week, althans bij een volle werkweek". De heer HEER verzoekt den Voorzitter een afschrift van het antwoord op de vraag over de loonen bij de D.U.W.- werken aan zijn medelid Van Houten te zenden, om dat deze de vraag heeft gesteld en thans niet aanwezig is. De VOORZITTER zal aan het verzoek voldoen. Rondvraag. 1- De heer VAN ARENDONK zegt, dat de banketbakkers winkels thans op Zondag gedurende vier uren achtereen ge-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1946 | | pagina 185