186 8 MEI 1946. opend mogen zijn. Er is nu echter in den lande een streven merkbaar om de gemeentelijke verordening zoodanig te wij zigen, dat die winkels op Zondag gesloten moeten zijn. In Amsterdam, Utrecht en 's-Gravenhage is dit al geschied. Spr. zou ook hier een zoodanigen maatregel willen zien ge nomen. De VOORZITTER Laat de plaatselijke afdeeling een schriftelijk verzoek daartoe doen, dan zal de zaak bekeken worden. 2. De heer DIRVEN merkt op, dat de bewoners van de Mastboschstraat moeten gaan stemmen in de Liesstraat, ter wijl op 25 m. afstand een stembureau is gevestigd. In de Esserstraat zijn kiezers, die in de Lunetstraat hun stemplicht moeten vervullen, en bij het Liesbosch wonen er, die zich daarvoor naar de Haagschemarkt moeten begeven. Spr. vindt dit geen goeden toestand het werkt het nakomen van de stemplicht niet in de hand. Hij dringt er op aan hierin verandering te brengen. Mocht dit vóór 17 Mei a.s., den dag der Tweede-Kamer-verkie^ing, niet meer mogelijk zijn, dan verzoekt hij althans die verandering vóór de verkiezing voor de Provinciale Staten en den Gemeenteraad te doen plaats hebben. De VOORZITTER zal laten nagaan, of aaneen wensch van den heer D i r v e n kan worden voldaan. 3. De heer DIRVEN wijst er op, dat een gedeelte van het fietspad op den Overascheweg onberijdbaar is doordat daar over telkens met paard en wagen wordt gereden. Spr. ver zoekt maatregelen te nemen om zulks te voorkomen. De VOORZITTER zegt, dat zal worden nagegaan, of hierin verbetering kan worden gebracht. Wethouder VAN HAPEREN merkt op, dat bedoeld pad is opgenomen in het plan tot verbetering van rijwielpaden. De VOORZITTER Men zou dit pad wellicht voorrang kunnen geven. 4. De heer KAMPHUIJS verzoekt het gedeelte van de Liniestraat, hetwelk uitmondt in de Vuchtstraat, te doen be straten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1946 | | pagina 186