18 26 FEBRUARI 1946. „U weldra voldoende gegevens ontvangen bij de behandeling „der begrooting 1946. „Na dezen terugblik op hetgeen 1945 ons bracht, spreek ik „den wensch uit, dat de toestand, zoowel voor ons vaderland „als voor onze goede stad, zich in alle opzichten gunstig moge „ontwikkelen en dat 1946 voor U en de Uwen voorspoedig „zal zijn. „Moge ook dit jaar Gods zegen op ons werk rusten." De heer WINKELHAGE zegt het volgende: „Mijnheer de Voorzitter! „Aan mij, als oudst aanwezend lid van dezen Raad, is het „een voorrrecht en een aangename taak, U namens den Raad „mijn erkentelijkheid te betuigen voor de goede wenschen voor „1946 zoowel voor de Raadsleden als hunne gezinnen. We- „derkeerig wenschen wij U Gods zegen voor U en uw gezin. „Wij onderschrijven ten volle dat 1945 voor onze stad, ja „voor ons geheele vaderland van buitengewone beteekenis is „geweest doordat op 5 Mei door capitulatie van het Duitsche „leger ons vaderland weer vereenigd werd en dus te zamen „aan den wederopbouw kon worden begonnen. De Raad is „het met U eens dat er zeer veel moeilijkheden zullen moeten „worden overwonnen, maar onder uw beproefde leiding twij felen wij er niet aan dat het mogelijke zal worden gedaan. „Het verheugt de leden van dezen Raad dat zij Lï hierbij ter zijde kunnen staan. „Voor onze bevolking was het een verrassing dat H. M. de „Koningin en ook Prinses Juliana eenigen tijd residentie had- „den gekozen in de onmiddellijke omgeving van onze stad. „Behalve de door U genoemde data van 17 Maart en 4 Mei „bezocht H.M. ook op 18 Maart Breda voor haar eerste kerk gang op vaderlandschen bodem in de Groote of O.L. Vrouwe „kerk. Ik had daarbij het voorrecht H.M. met een kleinigheid „van dienst te kunnen zijn. „Het is te betreuren, dat door gebrek aan materiaal de huis- „vestingsomstandigheden zoo moeilijk zijn, maar door mede- „werking van de bevolking is veel te bereiken.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1946 | | pagina 18