194 12 JUNI 1946. 1 Drs. P. Scherft, te Doesburg 2° Drs. P. J. M e ij te Apeldoorn. Wordt overgegaan tot stemming. Er worden uitgebracht 29 stemmen, alle op den heer Scherft. Zoodat de heer Drs. P. Scherft is benoemd tot gemeente-archivaris. 6. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, inzake benoeming van een adjunct-directeur van den Dienst van Openbare Werken (Bijlagen 1946, no. 97), waartoe worden aanbevolen 1°. Ir. W. H. J. Hol, te Amsterdam; 2°. Ir. J. M. W ij s, te Breda 3°. Ir. Ch. J. V. Franken, te Eindhoven. De heer LAUREY kan zeer goed aannemen, dat de drie aanbevolen candidaten de meest geschikte uit de sollicitanten zijn, doch het is hem opgevallen, dat er onder deze candi daten één voorkomt, die reeds deel uitmaakt van het Bre- dasche ambtenarencorps en als nummer 2 op de aanbeveling is geplaatst. Spr. staat op het standpunt, dat aan het eigen personeel de promotie-kansen niet ontnomen moeten worden en dat voor aanvulling van vacatures allereerst de eigen ambtenaren in aanmerking behooren te komen, ten minste als zij daarvoor geschikt zijn. Dit laatste nu moet toch met nummer 2 het geval zijn, anders was hij niet op de aanbe veling geplaatst. Daarbij komt nog, dat uit de stukken blijkt, dat de eerste candidaat steeds als leeraar aan een M.T.S. dus theoretisch werkzaam is geweest, terwijl de tweede candidaat reeds eenigen tijd practisch werkzaam is in deze stad. Spr. vraagt, welke overwegingen er toe hebben geleid den heer H o 1 desondanks nummer 1 op de aanbeveling te plaatsen. Ten aanzien van den derden candidaat merkt Spr. op, dat deze reeds weken geleden in een hoogere functie te Eindhoven is benoemd. Spr. veronderstelt, dat dit het college van Burgemeester en Wethouders niet bekend is, anders is het onbegrijpelijk, waarom hij nog op de aanbeveling staat. De heer WINKELHAGE sluit zich volkomen aan bij het geen de heer L a u r e y gezegd heeft over den eersten en den tweeden candidaat.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1946 | | pagina 194