12 JUNI 1946.
195
Den heer SMITS VAN WAESBERGHE is het opgevallen,
dat de aanbevolenen allen civiel-ingenieurs zijn, terwijl hun
voorganger bouwkundig ingenieur was. Spr. zou in over
weging willen geven, zich alsnog te beraden over de vraag,
of het niet beter is deze vacature door een bouwkundig in
genieur te doen vervullen. Er zal in de naaste toekomst op
stedebouwkundig gebied zeer veel gedaan moeten worden
het lijkt daarom gewenscht in deze de voorkeur te geven aan
een bouwkundig ingenieur. Het is Spr. niet bekend, of er
anderen aan den Dienst van Openbare Werken zijn ver
bonden, die terzake kundig zijn.
De VOORZITTER zegt, dat er nog een bouwkundig in
genieur bij Openbare Werken werkzaam is, namelijk Ir.
Groeneveld. Op het oogenblik is er meer behoefte aan
een civiel-ingenieur.
Naar aanleiding van de woorden van den heer L a u r e y
merkt Spr. op, dat nummer 1 het voordeel heeft, dat hij
jarenlang een adviesbureau heeft geleid ook is hij ouder dan
nummer 2. De heer W ij s is een bekwame kracht, maar hij
is nog wat jong en niet zoo ervaren. Men moet niet vergeten,
dat de nieuwe functionaris den Directeur moet kunnen ver
vangen, als deze over eenige jaren met pensioen gaat.
De heer HARDEMAN vraagt, hoe groot het verschil in
leeftijd is tusschen de beide candidaten.
De VOORZITTER Acht jaren de heer Hol is 43 en
de heer W ij s 35 jaar oud. Wat den derden candidaat be
treft, hebben Burgemeester en Wethouders juist vanmid
dag een schrijven ontvangen, waarin deze mededeelt, dat hij
niet meer voor een benoeming in aanmerking wenscht te
komen.
De heer LAUREY heeft thans kennisgenomen van de
overwegingen, welke het College er toe hebben geleid om
met deze aanbeveling te komen. Spr. vindt het verschil in
leeftijd tusschen de beide candidaten niet zoo groot.
De VOORZITTER Het gaat meer om het verschil in
ervaring.
De heer LAUREY merkt op, dat de heer H o 1 juist prac-
tische ervaring mist.