12 JUNI 1946.
201
Zoodra de grondstoffenpositie beter is, er meer kolen zijn
voor verwarming en de moeilijkheden inzake personeel zijn
opgelost, zal weer aan de wenschen van het publiek vol
daan kunnen worden. Thans is dit voor de winkeliers niet
mogelijk.
De VOORZITTER merkt op, dat de Raad er zit om de
belangen van het publiek te behartigen. Het gaat hier voor
namelijk om de openstelling tusschen 12 en 2 uur. De vrou
wen kunnen niet altijd weg. Als de man van zijn werk komt,
moet hij gelegenheid hebben even een boodschap te doen.
Dit zijn rechtvaardige wenschen. De winkelier is den laats-
ten tijd wel wat verwend. De klant is geen koning meer.
De heer LOONEN gelooft, dat het publiek niet zoo erg
gedupeerd zou zijn als de winkels tusschen 12 en 2 uur ge
durende anderhalf uur gesloten zouden zijn i.p.v. één uur.
Degenen, die om twaalf uur van hun werk komen, kunnen
toch nog terecht en voor de anderen weegt het bezwaar niet
op tegen de moeilijkheden, welke de winkeliers hebben in
verband met gebrek aan personeel. Het personeel kan niet
worden afgelost en één uur is te kort om naar huis te gaan
om te eten. Er wordt momenteel ook weer meer bezorgd,
zoodat de bezwaren voor het publiek ook daardoor worden
verlicht.
De VOORZITTER merkt op, dat men het dus zóó moet
zien de heer Van Arendonk wil dit punt aanhouden
en de heer L o o n e n wil deze verordening vastgesteld zien,
maar de middagpauze stellen op 1J/2 uur.
De heer LAMBREGTS wil zich aansluiten bij den heer
L o o n e n. Hij vindt inderdaad voor het personeel de mid
dagpauze te kort.
De heer KAMPHUIJS deelt mede, dat de werknemers-or
ganisaties een middagpauze van één uur te kort vinden.
De VOORZITTER vraagt, of het niet mogelijk zou zijn
de pauze te stellen van 1 tot half drie, dan heeft het publiek
tusschen de middaguren meer gelegenheid tot koopen en het
personeel evenveel vrij-
De heer LAMBREGTS merkt op, dat het bezwaarlijk is