206 12 JUNI 1946. „Mijnheer de Voorzitter zouden wij in Breda niet het zon- „derlinge figuur krijgen, dat een film verboden zou blijven „voor de jeugd, nadat deze voor alle leeftijden of veertien „jaar is goedgekeurd „le. door de Centrale Keuring, een officieel orgaan waar- „van deel uitmaken hoogstaande en alleszins tot oor- „deelen bevoegde personen van alle gezindten en „waarin den vertegenwoordigers van ons R.K. Volks- „deel een ruime plaats is toegewezen „2e. door de R.K. nakeuring, die het volste recht heeft „(en daarvan ook ruimschoots gebruik maakt) om „lagere leeftijdsgrenzen, die door de Centrale keuring „zijn vastgesteld, tot 18 jaar te verhoogen. „Mijnheer de Voorzitter, wanneer dus een film door de „Centrale Keuring en door onze buitengewoon werkende „Zuidelijke nakeuring goedgekeurd is geworden, mag toch „zeker worden aangenomen, dat deze voor de gestelde leef tijdsgrens geen belangrijke bezwaren meer heeft. Indien aan genomen zou worden, dat dit niet het geval is, zou daar- „mede te kennen gegeven worden, dat het vele tijdroovende „werk van ons zuidelijk nakeuringsapparaat geheel over bodig is, immers niet aan zijn doel beantwoordt. „Ik meen dan, Mijnheer de Voorzitter, dat er voor de ge- „meente Breda ook geen reden zou zijn om lid te blijven van „de Vereeniging van Zuidelijke Gemeenten, die deze gelief- „de nakeuring, waar wij toch immers lid van moesten wor- „den, in het leven heeft geroepen. „Mijnheer de Voorzitter, ik wil dan nog memoreeren dat „deze zuidelijke nakeuring in centraal verband tot stand is „gekomen na onderhandelingen met den Ned. Bioscoop „Bond een tiental jaren geleden, waarbij o.m. van de zijde „van den Bond de toezegging is gedaan, alle Zuidelijke leden „(ook de niet-Katholieke) te adviseeren zich aan een cen trale nakeuring te onderwerpen, waartegenover door de „andere partij is toegezegd, dat geen actie zou worden ge- „voerd tot verandering der leeftijdsgrenzen en invloed zou „worden aangewend om eventueele tegenstrijdige bepalingen „te doen opheffen. „Wij mogen dan, Mijnheer de Voorzitter, niet vergeten, „dat door de Nederl. Bioscoop Bond, alle toezeggingen, die bij „dit „Gentlemen's agreement" zijn gedaan, ten volle en „loyaal zijn nagekomen. Het zal dan ook naar mijn persoon lijke meening bij den Ned. Bioscoop Bond zeer zeker den „indruk wekken, dat met de wederkeerigheid van deze „loyaliteit iets niet geheel in orde is.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1946 | | pagina 206