12 JUNI 1946. 209 22. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot ver hooging van het crediet voor het verbeteren van het wegdek van het gedeelte Wilhelminasingel. gelegen tusschen de Wil- helminabrug en de Vijverstraat (Bijlagen 1946, no. 102). Zonder eenige bedenking wordt daartoe besloten. 23. Schrijven van Burgemeester en Wethouders, hou dende beantwoording van vragen, door de Raadsfractie van de Partij van den Arbeid gesteld over den van den heer Ir. G. A. P. d e Kort gevorderden auto. De VOORZITTER doet voorlezing van dit schrijven, hetwelk luidt als volgt ,,Het antwoord op de vragen, gesteld door de Raadsfrac tie van de Partij van den Arbeid, luidende 1. „Hebben Burgemeester en Wethouders kennis genomen „van de brieven der Heeren Ir. G. A. P. de Kort en ,,L. M. G. J. d e K o r t van resp. 15 April en 28 Mei j.l.? 2. „Zoo ja, zijn Burgemeester en Wethouders dan niet met „ons van meening, dat, indien de daarin vervatte be schuldigingen als onjuist moeten worden betiteld, tegen „den Heer Ir. G. A. P. de Kort maatregelen geno- „men dienen te worden 3- „Indien de in het schrijven bedoelde beschuldigingen als „juist moeten worden aangemerkt, waarom heeft het „College van Burgemeester en Wethouders dan den „Raad een onjuiste voorlichting gegeven „kan luiden 1. „Neen; althans niet van het schrijven van Ir. G. d e „Kort van 28 Mei 1946. Dit schrijven is niet aan ons „College of den Voorzitter toegezonden. 2. „Het schrijven van Ir. G. de Kort, dat ons van ande- ,,re zijde bereikte, is vol onjuistheden, waarop het geen „doel heeft in te gaan. De juiste maatregel tegen den „Heer de Kort is gesteld door het voeren van een „proces in kort geding tot teruggave van den auto aan „het gemeentebestuur een procedure, die de Heer d e „K o r t fatsoenshalve had behooren te volgen vóórdat „hij tot eigen richting overging -. Bij dit proces is de „Gemeente niet weder in het bezit gesteld van den wa- „gen, omdat het Militair Gezag verzuimd had op het „vorderingsbewijs te vermelden, of de auto in eigendom „of in gebruik was gevorderd, waarna het minst vér-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1946 | | pagina 209