211
12 JUNI 1946.
Wethouder VAN MIERLO merkt op, dat de heer de
Kort, alhoewel hij in de Ridderlaan woont, zich allesbe
halve ridderlijk heeft gedragen.
De VOORZITTER ontneemt den heer Van' M i e r 1 o
het woord en protesteert tegen diens uitlating. Spr. zegt, dat
dit alweer bewijst, hoe moeilijk het is, in deze het persoonlijk
element uit te schakelen. Het is een reden te meer om zijn
voorstel aan te nemen. Spr. zal dit thans in stemming
brengen.
Het bovenomschreven voorstel van den Voor
zitter wordt daarop in stemming gebracht en aan
genomen met 22 tegen 7 stemmen.
Voor: de heeren Hardeman, Mabelis, Van de
Noort, Van Oosterhout, Van Mierlo, L a m -
b r e g t s, B e e k e r s, M e ij s, Hallema, O o m e n s,
Dirven, Verschuren, Van Haperen, Loonen,
Verhaak, Smits van W aesberghe, Kroon e,
W i n k e 1 h a g e, Van Arendonk, Van den
Eeden, Cos ij n en Struijcken.
Tegen de heeren Van Houten, Laurey, Kamp-
hu ij s, Heer, Smit, Brinkerhof, en Brekelmans.
De VOORZITTER deelt mede, dat het raadslid J. J.
K a m p h u ij s aan Burgemeester en Wethouders de volgen
de vragen heeft gesteld
1. Is het Burgemeester en Wethouders bekend, dat bij de
toewijzing van glas door Bouw- en Woningtoezicht de
vergunning wordt verstrekt aan den huiseigenaar, zon
der dat de huurder daarmede in kennis wordt gesteld
2. Zijn Burgemeester en Wethouders er mee op de hoogte,
dat dit glas in sommige gevallen niet terecht komt bij de
belanghebbenden (den huurder)
3. Willen Burgemeester en Wethouders bevorderen, dat
ook de huurder een afschrift krijgt van de aan den eige
naar verstrekte toewijzing
De Dienst van Openbare Werken heeft hierover rapport
uitgebracht. Dit rapport luidt als volgt
,,Het is inderdaad enkele malen voorgekomen, dat een
„eigenaar de voor een bepaalde woning bestemde glasbon