212 12 JUNI 1946. „voor een ander perceel heeft besteed. Terstond nadat zulks „werd geconstateerd, zijn de glasbons op naam van de be- „woners gesteld. Dezen halen nu de bons tegen ontvangst bewijs dus persoonlijk af en stellen die aan den eige- „naar ter hand. Deze wijzen van werken heeft tot op heden „geen moeilijkheden opgeleverd. „Het verstrekken van afschriften aan de huurders van „aan den eigenaar af te geven glasbon zooals de heer „K a m p h u ij s voorstelt zal de administratieve werk zaamheden, welke reeds omvangrijk- zijn, nog vermeerderen- „Bij de thans gevolgde wijze van bonverstrekking zijn nog „geen klachten binnengekomen er is dus nog niet gebleken, „dat uitbreiding van de daarvoor gevoerde administratie „noodig is". De heer KAMPHUIJS verklaart verheugd te zijn, dat deze aangelegenheid in het openbaar wordt behandeld en dat Burgemeester en Wethouders hierbij niet bang zijn voor in sinuaties. Spr. dankt voor het uitvoerige antwoord, waarbij hij zich kan neerleggen. De VOORZITTER brengt in herinnering, dat in vorige vergadering is geklaagd over den slechten toestand van het rijwielpad langs den Overascheweg. Naar aanleiding van die klacht kan Spr. mededeelen, dat bedoeld fietspad staat op het programma voor de verbetering van rijwielpaden. Ver betering zal echter slechts effect sorteeren, wanneer door de politie andere weggebruikers dan fietsers met name boerenkarren van het pad kunnen worden geweerd. Dit kan worden bereikt door het pad, overeenkomstig artikel 1, sub. 3 van de Motor- en Rijwielwet en artikel 1, sub e van het Motor- en Rijwielreglement, als rijwielpad aan te wijzen. Deze aanwijzing dient door den Raad te geschieden. Spr. stelt derhalve voor, thans hiertoe te besluiten. Dienovereenkomstig wordt besloten. De VOORZITTER zegt, dat in de vergadering van 2 Mei j.l. de vraag is gesteld, of bij openbaren verkoop van oude materialen geen voordeeliger prijs zou kunnen worden bedongen dan bij onderhandschen verkoop. Spr. kan hierop antwoorden, dat de hoeveelheden oude materialen zijn ge bleken zeer gering te zijn. Aan de hoofden der gemeentelij ke diensten en bedrijven is opdracht gegeven in elk geval

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1946 | | pagina 212