12 JUNI 1946. 213 een voorstel aan Burgemeester en Wethouders te doen al vorens tot verkoop over te gaan. Eerst daarna zal worden beslist, of tot onderhandschen ver.koop zal worden overge gaan dan wel of de verkoop in het openbaar zal moeten ge schieden. Den heer BRINKERHOF spijt het, dat de Voorzitter niets heeft medegedeeld over den verkoop van gevonden voor werpen door de Politie. Spr. hoopt, dat deze voortaan ook in het openbaar zal geschieden. De VOORZITTER Mededeeling daaromtrent krijgt U nog. Vervolgens zegt Spr-, dat door den heer Brinkerhof ook is aangedrongen op tariefsverlaging van den stadsauto busdienst. Spr deelt daaromtrent mede, dat de Prijsbeheer- sching heeft bepaald, dat voor den stadsautobusdienst nog niet tot verlaging van het tarief kan worden overgegaan. De heer BRINKERHOF merkt op, dat hij nog meer vra gen over den stadsautobusdienst heeft gesteld, o.a. over de stankverspreiding. De VOORZITTER verklaart, dat het antwoord op die vragen in een volgende vergadering zal worden gegeven. De heer BRINKERHOF zegt, dat de beheerder van het bedrijf der N.V. „Monopol" de Gemeente heeft beet geno men toen hij verklaarde, dat de autobusdienst intercommu naal was. Tot heden is dit nog steeds niet het geval. Spr. vraagt, of Burgemeester en Wethouders daarin geen ver andering kunnen brengen. De VOORZITTER zal die zaak nog eens bij het betrok ken Departement aanbrengen- Voorts heeft de heer K a m p h u ij s de vorige maal een vraag gesteld met betrekking tot de bestrating van de Linie straat. Spr. kan daarop antwoorden, dat de Liniestraat een zuiver landelijk karakter heeft- Bebouwing komt slechts aan de zijde van den Terheijdenscheweg en aan die van de Vucht- straat voor. De Liniestraat is in het partieele uitbreidings plan voor deze omgeving opgenomen en zal in de toekomst een rijwegbreedte van 8 m. en twee trottoirs van 3 m. breed te verkrijgen. De krappe bouwmaterialen-positie laat echter

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1946 | | pagina 213