242 17 JULI 1946. Wethouder KROONE constateert ook in de omgeving van zijn woning veel jeugdbaldadigheid, maar ziet bijna nooit een agent. De VOORZITTER merkt op, dat men nog steeds te wei nig agenten heeft. Er zijn meer diensten te vervullen. Dit is een taak speciaal voor de straatpolitie. De heer HARDEMAN wijst nog op de parken, waar de jeugd ook leelijk huishoudt. Hij vindt één parkwachter ook te weinig. De VOORZITTER merkt op, dat er twee zijn. De heer KAMPHUIJS zegt, dat men zelf wel zou kunnen optreden tegen de jeugd, maar men moet daarmede voor zichtig zijn, getuige het geval Kief - Arn. Meyer! De heer WINKELHAGE zegt, dat het toch geen kwaad kan, zoo noodig eens een draai om de ooren te geven- De VOORZITTER zegt, dat men dit alles moet zien in het licht van het groote probleem de heropvoeding van de jeugd. Het voorstel van Burgemeester en Wethouders, wordt hierna zonder hoofdelijke stemming aan genomen. 20. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot be schikbaarstelling van een crediet voor rioleering van een ge deelte van de z.g.n. Bloemenbuurt (Bijlagen 1946, no. 120). 21. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot be schikbaarstelling van een crediet voor herbestrating van ge deelten van den Markendaalscheweg (Bijlagen 1946, no. 121) 22. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot be schikbaarstelling van een crediet voor de uitvoering van

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1946 | | pagina 242